Zwanger zijn, bevallen en een kersvers gezin vormen met twee minuscule baby’tjes midden in een pandemie had zo z’n nadelen. Soms in de categorie ‘piepklein leed’, zo kon ik die laatste-kans-trip-naar-New-York mooi op mijn uitdijende buik schrijven en kwam er van nog-een-keer-wild-stappen ook niks terecht. Soms was het leed iets groter.
Dat ik alleen naar alle afspraken in het ziekenhuis moest bijvoorbeeld, was bijvoorbeeld best klote. Zelfs bij de twintigwekenecho mocht de aanstaande vader niet aanwezig zijn (ik mocht wel even bellen halverwege toen duidelijk was dat alle organen en andere essentiële zaken er gewoon aanzaten).
Net als het feit dat ik het grootste deel van mijn zwangerschap amper buitenkwam op advies van de gynaecoloog – met twee foetussen die op mijn organen drukten was ik al benauwd genoeg zonder corona-infectie. Dus waagde ik me als een soort vampier alleen na 21.00 uur de straat op, om na een ommetje weer snel terug te keren.
En dat het einde van mijn verlof samenviel met een zoveelste lockdown, waardoor ik weer startte met werken mét twee nog vrij hulpeloze wurmen thuis omdat de crèche gesloten was ook nogal jammer.
Maar goed, er waren ook voordelen. Met stip op één: het uitermate saaie lockdownleven bleek ideaal tijdens de kraamtijd (geen vage bekenden die op de stoep stonden om naar de baby’s te kijken) én daarna. Ik miste geen feestjes en evenementen, want er waren helemaal geen feestjes en evenementen.
Dat thuiswerken scheelde daarnaast een hoop stress en gedoe. Ik hoefde feitelijk alleen te zorgen dat mijn nageslacht op tijd uit bed, aangekleed en gevoed was om naar de crèche te worden gebracht. Vervolgens schoof ik gewoon in mijn pyjama achter mijn laptop, behalve als ik die ochtend een Teams-vergadering gepland had staan, dan kamde ik in ieder geval even mijn haar, smeerde wat mascara op en trok een normaal shirt aan, maar hield mijn pyjamabroek gewoon aan.
Mijn lunchpauze gebruikte ik om te koken voor die avond en ik hoefde me aan het einde van de werkdag niet vol stress in de spits te storten, biddend dat er niks misging en ik te laat bij de opvang zou arriveren om mijn bloedjes weer op te halen.
Inmiddels is dat allemaal wel anders. Hoewel we op de redactie niet meer zijn teruggegaan naar fulltime op kantoor werken, word ik de helft van de week wel geacht daar acte de presence te geven. Op die dagen gaat de wekker om 6.15 uur, waarna ik me onder de douche haast, de tweeling uit bed trek, iedereen aankleed, boterhammen naar binnen prop en we ons vervolgens richting kdv (zij) en station (ik) spoeden.
Toch best wennen en vanochtend ging het dan ook enigszins mis. Ik kwam net te laat uit bed, had eigenlijk mijn haar moeten wassen, de kinderen klierden met hun ontbijt en mijn dochter besloot nog even een luier vol te kakken. Zo kon het gebeuren dat ik pas in de trein naar werk ontdekte dat ik weliswaar een mooie jurk aan had, maar ook nog mijn sloffen. Ik heb de rest van de dag maar gewoon gedaan alsof het zo hoorde. Dus mocht deze look ineens een trend worden: hij is bij mij begonnen.
