Na een mooie lange zomer is het weer tijd voor cozy season; de herfst, mijn minst favoriete seizoen. Een periode vol zon, terrasdagen, zwoele nachten en bruine benen wordt verruild voor koppen thee, statisch haar, een chronische loopneus en een huid zo bleek dat je het bloed door mijn aderen kunt zien stromen.
Mijn langdurige relatie kwam aan het begin van de eerste lockdown ten eind. Ik was vrij, maar het coronavirus zorgde ervoor dat die vrijheid zich fysiek beperkte. Waarschijnlijk de reden dat ik -en ongetwijfeld velen met mij- afgelopen zomer genoot voor tien. Na twee jaar bijna verplicht thuiszitten, voelde op de bank blijven liggen de afgelopen maanden als een straf. Waar ik normaliter niet zó outgoing ben dat ik me op doordeweekse avonden buiten de deur begeef, was ik de afgelopen tijd maar weinig thuis. Er was zoveel vrijheid te vieren dat ik alles wilde inhalen wat ik twee jaar lang heb moeten missen.
Waar we afgelopen tijd eindelijk grip op het coronavirus hebben gewonnen, ben ik grip op mijn eigen balans verloren. Best een logische reactie op een sobere tijd vol restricties, maar na al die excessen kijk ik reikhalzend uit naar rust. Tijd om mijn vrijwillige lockdown in te gaan, waarin ik naar redelijkheid beslis wat ik wil gaan doen. De coronaperiode die hopelijk permanent achter ons ligt, is inmiddels geen excuus meer om onbezonnen avonturen te verkiezen boven evenwicht en regelmaat. Ik gedij goed op die twee, maar verder dan mijn dagelijkse kom ontbijtpap met bosbessen ben ik deze zomer niet gekomen vanwege een gebrek aan discipline. Het opheffen van de door de overheid opgelegde maatregelen deed namelijk ook mijn ruggengraat en de daarmee gepaarde structuur verdwijnen. Spijt heb ik echter niet, want voor wat ik inleverde aan fut kreeg ik onvergetelijke herinneringen terug.
Ik neem het mezelf dus ook niet kwalijk als mijn spiegelbeeld me met mijn ernstig gebrek aan slaap confronteert of de veelvuldige katers die de impromptu borrelavonden me hebben bezorgd; er is terecht genoten. Desalniettemin; aan alles komt een eind. Hopelijk ook aan het feit dat ik er inmiddels uitzie als een uitgedroogde druif. Daarom moet ik toegeven dat hoewel ik de herfst verafschuw, het ook een periode is waarin de ophanden zijnde kou en regen me verlossen van de behoefte om onder de mensen te zijn. Me fysiek in het gure en natte weer begeven ligt gewoonweg niet binnen mijn gedoogde discomfort. Hoe vrij ik nu ook ben.
Een film op de bank volstaat als vermaak en voor mijn avondeten slof ik zonder mopperen liever naar de Ap. Zal me ook aanzienlijk schelen in mijn inmiddels lege portemonnee. Want, laten we wel wezen, net als op mijn energie is er afgelopen maanden op financieel gebied geen euro bespaard.
