Leon Verdonschot legt voor LINDA.nl wekelijks het vuur na aan de schenen. Deze week is zangeres Wende Snijders (43) aan de beurt. Over Britse ironie en haar oermoeder Kate Bush.
Je gaat nu je voorstelling The Promise (The Song Project) in Nederland spelen, na een serie shows in Engeland. In een lovende recensie in The Guardian schreef een journalist dat zij altijd in de jaren vijftig in Parijs had willen leven, maar door jouw voorstelling blij was dat zij toch nú leeft. Herken jij het verlangen naar leven in een andere tijd?
“Meer in de toekomst. Ik ben bloednieuwsgierig naar hoe de wereld er over 300 of zelfs 1000 jaar uitziet. Daar heb ik eerder fantasieën over dan over het verleden. Hoe de technologie zich verder ontwikkelt, of de wereld naar de verdoemenis gaat of dat we oplossingen verzinnen, of wij uitsterven en de dinosauriërs weer terugkomen, hoe alle verschillende perspectieven op gender zich verder ontwikkelen. Nou; al die vragen.”
Je hebt voor deze voorstelling met Britse schrijfsters gewerkt. Met nogal diverse, ook.
“Een kwam uit de grime-scene, dus haar stijl was bijna rap, meer straat. Dat deed iets met mijn taal, maar ook met mijn performance. Een was iets ouder, had al een kind, woonde inmiddels in Noorwegen, en was veel ironischer. Een andere was een Jamaicaanse-Nigeriaans-Britse schrijfster, die veel met haar voorouders bezig was en een veel romantischere stijl had. En er was een Egyptisch-Britse schrijfster, die recht op alle gevoeligheden afging. De vijfde was een Schotse, die uit de queer-community komt en weer een meer activistische stijl heeft. Samen raakten ze allemaal een ander deel van mij. Dat vind ik nou juist zo leuk aan samenwerken. Hun rijke taal gaf mijn emotionaliteit uiteindelijk meer raffinement. Ze hebben zóveel woorden. Ik kijk voortaan wel tien keer uit voor ik een simpel Engels tekstje schrijf: ik voelde me soms zo’n sukkel.”
Je had het net over ironie, een stijlvorm waar Britten nogal van houden.
“Daar werd ik helemaal gek van op een gegeven moment. Ik ben vrij direct, vrij emotioneel en zeg precies wat ik bedoel. Als het bij Britten niet goed gaat, zeggen ze: ‘Can we have a chat, please?’ Dan dacht ik: een chát? Dat is een leuk praatje. Maar ze vonden het wel fijn, dat directe, omdat ze wisten wat ze aan me hadden. Ook als ik het zelf niet wist.”
Tegelijk speel je in oktober en november ook nog je vorige show Wildernis, én ben je bezig met je nieuwe album. Best druk.
“Ik heb genoeg te doen ja, en ik voel me er vrolijk onder. Door corona komen ook verschillende projecten samen die nu eindelijk wél gespeeld kunnen worden. Je zult mij daar niet over horen klagen. Zoveel mogelijk, graag.”
Wat is je bijgebleven van de coronajaren?
“Het in eerste instantie doodmoe worden, omdat je niet kunt voldoen aan je rush. Daar kwam een kalmte voor in de plaats, die ik wel als prettig heb ervaren. Maar nu alles weer kan, blijk ik gewoon een ezel: ik leer nooit, ik ga nu gewoon weer door. De rest van de wereld volgens mij ook: iedereen die op Instagram zat te huilen over de schone lucht zit nu ook weer in een easyJet richting Mallorca. Ik zit mezelf nu natuurlijk gewoon te justifyen: anderen doen het ook!”
Er is één woord dat geregeld opduikt in besprekingen van jou, een woord dat je verder eigenlijk nooit tegenkomt: ravissant.
“Haha! Geen slecht woord, toch? Het heeft wel snelheid. Ook wel een beetje pretentieus, natuurlijk, al weet ik niet écht wat het betekent. Maar ik ben graag ravissant.”
Je citeert onder meer Kanye West, die ooit zei: ‘Mensen zeggen altijd dat je niet iedereen tevreden kunt stellen. Volgens mij is dat onzin. Waarom zou je het niet proberen?’ Ben je een pleaser?Als je kijkt naar al je werk tot nu toe, zit daar, om eens een understatement te gebruiken, vrij veel variatie in.
“Ik doe mijn naam eer aan, ja.”
Niet heel veel artiesten doen dat; niet voor niets wordt altijd David Bowie genoemd als voorbeeld van een artiest die zichzelf opnieuw bleef uitvinden. Begrijp jij dat de meeste artiesten kiezen voor één stijl?’
“Ja, dat begrijp ik heel goed. Edward Hopper heeft veertig jaar lang vanuit dezelfde plek ongeveer hetzelfde geschilderd, en dat was een kanon van een kunstenaar. Je kunt je ook op de millimeter verdiepen. Mijn verandering van stijlen is nooit een doel op zich geweest, maar komt voort uit een mega-nieuwsgierigheid. Ken je de documentaire Jiro Dreams of Sushi? Die gaat over een 85-jarige meester sushimaker, waar op een gegeven moment iemand in de leer komt en van Jiro alleen maar een omelet mag maken tot het goed is. Dat duurt een jaar. Ik vind dat zo ontroerend, daar zit een heleboel kracht in.”
Je was als kind al een enorme fan van Kate Bush. Na jaren in de vergetelheid is ze nu door Stranger Things ontdekt door een nieuwe generatie, en heeft ze meer streams dan Beyoncé. Dat had zelfs jij vast niet verwacht.
“Gerechtigheid voor Kate! Ik ben alleen maar hartstikke blij voor haar. Ze heeft echt jaren in de luwte gezeten, dus ik snap wel dat ze op een gegeven moment niet meer zo bekend was. Als je nu haar clips terugkijkt, wow: soms lijkt het wel eens halve psychose waar ze in zit als ze danst, het is zó intens. Toen ik als kind naar haar keek, was ze voor mij een soort bosnimf in een heel mooie jurk. Dat wilde ik ook. Ik vind die revival wel fascinerend: wat zegt het over onze tijd dat de jaren tachtig en negentig weer zo populair zijn? Ik zie op straat ook allemaal keuzes voor kleding die ik zelf aan had toen ik dertien was. Heel interessant vind ik dat. En oh man, ik zou zo graag met haar samenwerken. Ze is de oermoeder van mijn inspiratie. Maar die vrouw komt nou natuurlijk nooit meer uit haar grot.”
Foto: Bob Bronshoff