Ik ga morgen alleen op vakantie. Het was niet per se zo gepland, maar het liep zo. De afgelopen twee jaar ging ik met mijn ex-man en onze zoon – wij zijn al eeuwenlang niet meer getrouwd, maar kunnen nog extreem goed spazieren samen – maar zij hadden deze zomer andere plannen: wandelen in Engeland met oma. Leuk, maar niet voor mij.
Vrij spontaan boekte ik een weekje duiken in Egypte. Vorig jaar hadden we dat met z’n drieën gedaan en ik had nog iets af te maken.
Het was oorspronkelijk een vakantie die mijn ex (fervent duiker) had bedacht voor hem en onze zoon, net als de wandel/kampeervakantie in Noorwegen het jaar daarvoor. Maar net als toen vroeg hij op een gegeven moment tijdens het regelen van de praktische zaken rondom zijn vakantie met kind: “Waarom ga je niet mee?”
Ik trok een wenkbrauw op. Nee, dank je. Mij te eng. Ik kreeg al klotsende oksels van de gedachte aan ademen met een of ander hulpstuk in mijn mond. Maar een paar jaar eerder had ik in de Egeïsche Zee zonder problemen uren liggen snorkelen, bracht de ex in. Volgens hem was dat in de basis hetzelfde. Waarom ook niet, dacht ik. Eng zit in je hoofd.
Op dag 1 moesten we even met duikbril en snorkel naar een verderop gelegen boot zwemmen, om te laten zien dat we onze A-diploma’s waard waren. De wind was hard, de zee wild en zowel ik als mijn tienerzoon werden bijkans opgeslokt door de golven. Mijn nageslacht vond het na zijn bijna-doodervaring wel gezegend en heeft de rest van de vakantie op de hotelkamer YouTube-video’s liggen kijken, ik zette door. Kicking and screaming, dat wel. Want die eerste semi-verdrinking had voor een diepe doodsangst gezorgd. Ik heb stampvoetend en jankend in de zee staan gillen dat ik dit nooit zou leren en ben zes keer gestopt (“en nu echt!”).
Gelukkig zijn duikinstructeurs stuk voor stuk een soort verlichte zielen met een onaards engelengeduld voor aanstellers zoals ik, dus zweefde ik uiteindelijk vijftien meter diep langs het koraal in de Rode Zee. Omdat ik die eerste dagen echter steeds als een kanonskogel happend naar adem naar boven schoot zodra ik besefte dat er een tank op mijn rug hing, en keer op keer weigerde ooit nog met één teen terug die zee in te gaan, duurde het allemaal veel langer dan gepland en kreeg ik uiteindelijk slechts een pierenbad-certificaat. Ik kreeg er nog net geen kikkersticker en ballon bij.
Nu ga ik het dus afmaken. Duiken is doodeng, maar tegelijkertijd onnavolgbaar speciaal. En extreem rustgevend en meditatief (als je niet gilt en hyperventileert); ik snap best dat al die duikinstructeurs zo zen zijn.
“Die instructeurs duiken – no pun intended – allemaal weg als ze jou zien aankomen”, zei mijn ex fijnzinnig toen ik mijn plannen met hem deelde. Voor de vorm wilde ik beledigd zijn, maar hij had natuurlijk wel gelijk. Ik ben heel benieuwd hoe volwassen ik in een jaar ben geworden. Hoe dan ook kom ik niet terug zonder grote mensen-brevet.
