Sander de Hosson is longarts en zet zich tevens in voor ‘de best mogelijke palliatieve zorg’. Op LINDA. deelt hij zijn meest ontroerende en heftige verhalen.
Ik vertel mijn patiënten altijd dat stikken door een longziekte eigenlijk zo goed als niet hoeft voor te komen. Goede palliatieve zorg stelt ons in staat tijdig medicatie te geven waardoor benauwdheid krachtig geremd wordt. Een hoogst zelden voorkomende uitzondering is bij een acute (long)bloeding. Maar ook in die rauwe werkelijkheid kan medemenselijk handelen indrukwekkende vormen aannemen; dat bewees mijn jonge collega, die mij wees op een belangrijke les: ‘Laat een patiënt nooit in de steek.’
Het is 2005 en ik zit in mijn tweede jaar als arts in opleiding in een groot regionaal ziekenhuis. Het is net over achten als ik tijdens de ochtendoverdracht gebeld word over een patiënt op kamer 4, die een dag eerder is opgenomen op de afdeling Interne Geneeskunde met voedselpassageklachten.
Op de borstfoto was een indrukwekkend aneurysma (verwijding) van de aorta zichtbaar. Diezelfde dag hebben we het medisch beleid voor deze patiënt opgesteld: we zouden een gastroscopie verrichten om te kijken waarom het eten maar niet wilde zakken. De verpleegkundige aan de andere kant van de lijn is duidelijk in paniek en vertelt dat de patiënt bloed opgeeft. ‘Heel veel bloed.’