De kledingindustrie is één van de vervuilendste industrieën ter wereld. Dat moet anders, vindt Kiki Hagen. “Dat energielabel van wasmachines moet er ook voor kleding komen.”
De 35-jarige werd vorig jaar met voorkeursstemmen verkozen en zet zich als Tweede Kamerlid van D66 in voor een duurzamere kledingindustrie.
De milieu-impact van de kledingindustrie is groot, vertelt Hagen. “Voor de productie van katoen worden bijvoorbeeld pesticiden gebruikt die de bodem vergiftigen en het ecosysteem verstoren. En er zijn rivieren in India die de ‘kleur van het seizoen’ hebben door alle chemische verfstoffen die erin zijn geloosd. Dat zijn dezelfde rivieren waar mensen in zwemmen en hun kleding in wassen.”
Ook het dragen van kleding is vervuilend. “Onze kleding bestaat bijvoorbeeld voor een steeds groter deel uit plastic: dat maakt een stof lekker rekbaar. Maar als je die kleding wast, komen er heel kleine plastic deeltjes vrij.” Die belanden belanden in het riool en uiteindelijk ook in rivieren en oceanen. Daar hebben niet alleen waterdieren last van, maar het plastic komt ook weer terecht in ons voedsel.
Dit bericht op Instagram bekijken
Bovendien dragen we een kledingstuk gemiddeld maar zeven keer, legt Hagen uit. “Daarna gooien we het weg. En we denken dat we er goed aan doen als we het in de textielbak gooien, maar fast fashion uit de textielbak belandt vaak alsnog op een vuilnisbelt in een ver land. Er zijn beelden van geiten die ‘grazen’ tussen bergen kledingafval in Ghana, Chili en andere landen.”
Het dumpen van kleding mag weliswaar alleen als een land daar toestemming voor geeft, maar arme landen worden vaak gewoon verleid met een aanbod dat ze nauwelijks kunnen afslaan, zegt Hagen. “Bovendien kunnen we de grondstoffen die we exporteren beter zelf behouden.”
Meer kleding en schoenen: Nederlanders consumeerden in juli meer dan jaar eerder
Kortom: er is werk aan de winkel, vindt het Kamerlid. Maar als je als consument wilt kiezen voor duurzame kleding, wordt het je niet makkelijk gemaakt. “Het is enorm moeilijk om uit te zoeken waar en hoe je kleding is gemaakt. Fast fashion-ketens zijn ontransparant, je belandt echt in een soort oerwoud. Het zou veel handiger zijn als er een universeel label komt dat aangeeft hoe duurzaam het kledingstuk geproduceerd is. Net als de nutriscore bij voedsel of het energielabel van wasmachines. Dan is het in één opslag duidelijk wat je koopt.”
Bedrijven doen niet alleen vaag over hoe hun kleding geproduceerd wordt, maar ook over wat er gebeurt met ongebruikte kleding. “Het is supermakkelijk om kleding online te bestellen”, vertelt Hagen. “En als je twijfelt over de maat, bestel je toch gewoon twee stuks? Die ander stuur je wel terug. Maar wat we retour sturen, wordt als ‘onverkochte kleding’ meestal verbrand of ergens gedumpt. Het is belangrijk dat je daarover geïnformeerd wordt vóór je iets bestelt.”
Dit bericht op Instagram bekijken
Sommige bedrijven proberen consumenten zelfs actief om de tuin te leiden. Greenwashing is een groot probleem, legt Hagen uit. “Steeds meer kledingstukken worden verkocht als ‘duurzaam’, ‘conscious‘ of ‘gerecycled’. Daardoor denken we dat we iets goed doen, maar dat klopt lang niet altijd. Kleding wordt ook al gerecycled genoemd als dat maar voor een klein gedeelte ervan geldt.”
Nog zoiets dat veel beter kan: het recyclen zelf. “Nu wordt maar één procent van onze afgedankte kleding gerecycled. Dat moet hoger. Je wilt gewoon dat een jurk weer een jurk wordt en een broek weer een broek. Het bedrijf Loop.a life maakt kleding bijvoorbeeld écht helemaal van oude kleding.” Het Kamerlid is kritisch op hippe gerecyclede producten, zoals schoenen van pet-flessen. “Daar zitten dan toch weer die plastic deeltjes in. Een pet-fles kan het beste gewoon weer een pet-fles worden.”
Zo vaak moet je je katoenen tas gebruiken om duurzamer te zijn dan plastic
De verantwoordelijkheid ligt niet alleen bij bedrijven. Ook jij als kledingliefhebber kunt stappen zetten richting een duurzame kledingindustrie. Hagen zelf koopt bijvoorbeeld al haar schoenen op Marktplaats. “Het gaat er vooral om dat kledingstukken zo veel en zo lang mogelijk worden gedragen. Dat kan door kleding tweedehands te kopen en verkopen, maar ook door bijvoorbeeld een kledingruil te organiseren met vrienden.”
Kleding ruilen of verkopen is momenteel een duurzamere keuze dan het in de textielbak gooien. “Maar je kunt het ook (laten) repareren. Aan die optie denken we meestal niet meer, terwijl het vroeger heel normaal was. Dat moet terugkomen. Winkels als Patagonia en nu ook Scotch & Soda lopen daarin voorop. Die bieden consumenten de mogelijkheid om kleding van hun merk gratis of tegen een kleine vergoeding te laten repareren.”
Dit bericht op Instagram bekijken
Voor haar werk spreekt Hagen veel met mensen die duurzame kleding maken. “Dat zijn de duurzame pioniers, die rekening houden met het milieu in alles wat ze doen. Zoals Sjaak Hullekes, de ontwerper die mijn outfit voor Prinsjesdag maakte. Hij upcyclet bestaande stoffen, zoals beddengoed, en kleurt die met natuurlijke materialen. Maar ik was laatst ook bij Wear, een sneakerbedrijf dat afgedankte sneakers helemaal opknapt.”
Zulke ‘duurzame pioniers’ zijn nu nog vrij niche, zegt Hagen, “maar ze moeten de norm worden. Hoe mooi zou het zijn als de winkelstraat vol zat met zulke én tweedehands winkels?”
Groen de grond in: uitvaartbedrijf biedt duurzame doodskist van paddenstoelen
