“Wat voel jij nu?” Stefan beweegt in me en kijkt me met grote ogen aan. “Je moet het eerlijk zeggen.” Gedachten schieten als mitrailleurgeratel door mijn hoofd. De waarheid vertellen tegen vreemden is iets wat ik zelden doe.
“Je bent geweldig”, sus ik ontkennend. Zijn heupen gaan langzaam op en neer terwijl hij me bestudeert. “Maar wat vóél je”, dramt Stefan door. Opnieuw knetteren mijn gedachten.