Aafke Romeijn (33) is schrijver, muzikant, vlogger, fervent Twitteraar én ze schrijft wekelijks een column voor LINDA.nl. Deze week schrijft ze over vuurwerk.
Het was 29 december toen mijn driejarige dochter haar tandjes stond te poetsen en er plotseling hard geknal klonk buiten. Ze keek me geschrokken aan. “Mama, is dat de tandarts die boos is omdat ik niet goed poets?” Ik moest lachen. “Nee hoor, popje. Dat is vuurwerk.” Ik zeg het alsof vuurwerk de normaalste zaak van de wereld is, maar ik behoor tot die helft van de Nederlanders die daar inmiddels anders over denkt.
Misschien is het dat ik een oude zak begin te worden, maar ik heb het idee dat de vuurwerkoverlast dit jaar erger is dan anders, en al veel eerder is begonnen bovendien. Vorige week al knalde het hier de pan uit. En niet alleen overdag, maar ik ben ’s nachts een paar keer wakker geschrokken van minutenlange knalpartijen. Ik weet niet hoe lang die Chinese matten tegenwoordig zijn, maar ik begin het idee te krijgen dat ze inmiddels per strekkende kilometer verkocht worden. Elke keer ben ik weer boos en chagrijnig; bewaar die herrie op z’n minst tot oudjaarsavond.
Lees ook
Zo overleven jullie huisdieren al het geknal op oudejaarsavond
Ik hoef niet uit te leggen waarom particulier vuurwerk een slecht idee is. Ieder jaar raken mensen zwaargewond, hangt de atmosfeer zó vol smog en stikstof dat je geen hand voor ogen ziet, en het is traumatisch voor dieren, kleine kinderen, en – niet onbelangrijk – oorlogsslachtoffers en vluchtelingen. De afgelopen dagen verschenen meerdere artikelen waarin voor- en tegenstanders van vuurwerk aan het woord worden gelaten. De tegenstanders komen met heldere en verontrustende cijfers en grafieken. De voorstanders hebben eigenlijk maar één argument: traditie en individuele vrijheid.
Inmiddels begint de discussie rond vuurwerk in meerdere opzichten te lijken op de wapendiscussie in Amerika. Tegenstanders zijn het erover eens: er vallen doden en gewonden, het is een bedreiging voor de veiligheid. Voorstanders roepen keihard over ‘betutteling’ en ‘we mogen ook niks meer’. Dat hele ze-pakken-ons-ook-alles-af-sentiment leeft in Nederland ook enorm, zo blijkt. Zwarte Piet mag niet meer, drinken mag pas boven de achttien, en nu willen ze met hun politieke tengels ook nog aan ‘ons’ vuurwerk komen. Het moet niet gekker worden.
Lees ook
Oliebollen bakken? Gooi je frituurvet daarna beter níet in de wc
Gek dat vrijheid hier boven veiligheid gesteld wordt. Wanneer het over moslimterrorisme gaat, dan gaat die vlieger volgens diezelfde vrijheidroepers opeens niet meer op: preventief oppakken en het land uitzetten is geen enkel probleem als er een vermoeden van gevaar bestaat. En dat terwijl terrorisme in Nederland toch veel minder handen afrukt en ogen wegblaast dan dat jaarlijkse weekje vuurwerk stoken. Je zou zeggen dat het een makkelijke afweging is, als je naar de cijfers en statistieken kijkt. Maar daar wringt ‘m de schoen: cijfers winnen het nooit van sentiment. En dus fiets ik straks ineengedoken richting mijn nieuwjaarsfeestje in de hoop dat ik geen rotje naar mijn hoofd gegooid krijg.