Gemeenten verwachten dit jaar 2 procent meer uit heffingen te ontvangen van huishoudens en bedrijven. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
De onroerendezaakbelasting (ozb) is de grootste bron van inkomsten van gemeenten en die ging ook meer omhoog dan gemiddeld in de afgelopen tien jaar.
Eigenaars van een huis, een bedrijfspand of andere onroerende zaak moeten jaarlijks ozb betalen aan de gemeente. De hoogte van de ozb wordt vastgesteld aan de hand van de WOZ-waarde, die meebeweegt met de huizenprijzen. Omdat de woningprijzen al jaren aan het stijgen zijn, doen de WOZ-waardes dat ook en daarmee de hoogte van de ozb.
Onderzoekers van het CBS verwachten dat gemeenten dit jaar 4,8 miljard euro zullen binnenhalen aan deze belasting. Dat is 4,4 procent meer dan begroot in 2021.
De ozb, de afvalstoffenheffing en de rioolheffing zijn de heffingen die gemeenten het meest opleveren, namelijk driekwart van het totale opgehaalde bedrag van 11,5 miljard euro. Daarvan is ozb met afstand de belangrijkste. Ook de bedragen die zijn opgehaald met de heffingen voor afvalstoffen en riool gaan omhoog, respectievelijk met 4 en 2,9 procent.
Gemeenten haalden vorig jaar veel minder toeristenbelasting op, omdat er vanwege de coronamaatregelen minder toeristen waren. Dit jaar innen gemeenten naar verwachting 377 miljoen euro bij toeristen, 33 miljoen euro meer dan in 2021. In het laatstgenoemde jaar daalden de inkomsten uit toeristenbelasting nog met 68 miljoen euro.
Amsterdam verwacht dit jaar 135 miljoen euro toeristenbelasting te ontvangen. Dat is twee derde meer dan het bedrag dat is vastgelegd in de bijgestelde begroting van 2021.
Huizenprijzen door het dak, grootste stijging sinds eind jaren zeventig
