Een goede vriend van me is verhuisd en geeft een feestje ter ere daarvan. Hij is welgeteld één verdieping naar beneden verplaatst, omdat hij het appartement waar hij tot dan toe boven had gewoond heeft gekocht.
Maar een nieuw huis, dus housewarming. Halverwege de avond sta ik in de keuken, altijd de beste plek van ieder feestje, als er een man binnenkomt lopen die me vraagt of hij even wat uit de ijskast mag pakken. Terwijl ik een stap opzij doe, bedenk ik me dat ik hem ergens van ken, maar ik heb geen idee waarvan. Hij opent een flesje bier en maakt een proostgebaar naar de hele keuken alvorens die weer te verlaten.
Aangezien ik in een geanimeerd gesprek sta over het in slaap vallen in de bioscoop, en of je dan je tijd wel of niet goed hebt besteed – je hebt geen film gezien, maar wel een heerlijk dutje gedaan of je hebt betaald voor een film maar niks gezien – vergeet ik hem al snel weer. Als hij zich een uurtje later weer in de keuken meldt en niet meteen vertrekt, heb ik wat langer de tijd om hem te observeren. Zijn broek is net te kort voor zijn benen, waardoor hij met hoog water staat, en hij draagt een wat verwassen polo met van die kleine gaatjes op de plek waar je broeksknoop normaal zit. Ik schat hem een jaar of vijftig. Nog steeds gaat er geen belletje rinkelen.
Als het feestvarken naast me staat, vraag ik wie die man aan de andere kant van de kamer is.
“O, dat is één van de buren uit hetzelfde pand. Hij zit in dezelfde VVE. Maar ik hoop hem voorlopig nog niet nodig te hebben, haha.”
“Niet nodig te hebben?” vraag ik.
“Ja, hij werkt als echoscopist, dus als je het niet erg vindt: liefst de komende jaren niet.”
Dan ineens weet ik het. Mijn vrouw was in verwachting van onze oudste dochter toen we graag een 3D-echo wilden laten maken, om te zien hoe ons kind eruit zou komen te zien. Het werd een vreselijke ervaring. Nadat hij de buik van mijn lief insmeerde met gel en het apparaat erop zette, verschenen de eerste beelden op het scherm.
“Oh nee”, zei hij. “Dit is helemaal niet goed.” Verschrikt keken mijn vrouw en ik elkaar aan, terwijl ik haar hand steeds harder voelde knijpen in de mijne. Het was niet de eerste zwangerschap die mis zou gaan en voor wie dat ooit meegemaakt heeft: het is verre van leuk. “Ze is helemaal geel”, vervolgt hij zijn verhaal, “dus het moet iets met de lever zijn.”
De paniek maakte zich van mij meester en ik vroeg hem wat we nu moesten doen. Hij begon te lachen en zei: “Nee joh, grapje, het beeld van een 3D-echo is altijd geel, dat hoort zo.” Geen van ons beiden moest lachen. Integendeel, we vochten tegen de tranen.
Van totale ontzetting, en omdat kennelijk alles wél in orde bleek, vergat ik boos op hem te worden en hem te zeggen dat dit absoluut niet kon en dat hij een enorme lul was. Onze dochter kwam enkele maanden later kerngezond ter wereld en we zijn inmiddels bijna zeven jaar verder.
En nu, hier op dit feestje, zelfs na zo’n lange tijd, voel ik nog steeds de behoefte om hem eens goed te vertellen wat ik van hem vind en dat je over sommige dingen geen grappen maakt. Ik doe het niet, het is niet mijn feestje en niet het moment, maar mocht je dit lezen: je bent een enorme eikel.
