Knuffelmaker

Liesbeth en Caressa zijn al jaren vriendinnen en allebei zijn ze enorm creatief. Het idee om mensen en dieren na te maken in een knuffel kwam van Liesbeth. Haar zoontje spaarde al poppetjes en moest geregeld zijn vader missen die voor werk langere tijd weg was. En zo werd het idee voor de Knuffelmakers in 2017 geboren. “Een knuffel is iets tasbaars. Je kunt het tegen je aanhouden en je kunt er je tranen in kwijt”, vertelt Liesbeth.

Aangrijpend zijn de verhalen wel die de twee vrouwen elke dag krijgen voorgeschoteld. “In het begin moesten we daar ook echt aan wennen. Elk verhaal is uniek, maar allemaal heftig en verdrietig. Wat helpt voor ons, is dat wij mensen echt iets troostends kunnen bieden. Dus we zijn eigenlijk het lichtpuntje. Je ziet mensen soms echt opleven als ze de knuffel komen ophalen,” zegt Caressa.

De verhalen variëren van mensen die een dierbare hebben verloren tot aan kinderen van gescheiden ouders die om de week één van de ouders moeten missen. “Een verhaal dat me nog heel erg bijstaat is van een vader die ongeneeslijk ziek was. Hij wilde zelf nog de knuffels geven aan zijn kinderen dus er was haast bij. Niet veel later overleed hij. Het was erg emotioneel allemaal, maar wel ontzettend mooi om in dat proces iets te kunnen betekenen voor de nabestaanden.”

‘Het zit in de details’

Makkelijk is zo’n knuffel maken absoluut niet. “Het zit in de details of een knuffel lijkt of niet,” vertelt Caressa. “We letten erg op hoe de wenkbrauwen staan en waar de ogen en de mond op een gezicht zitten.” De vrouwen werken de knuffels uit aan de hand van een aantal foto’s. “Op deze manier hebben we er al honderden gemaakt. Ondanks dat blijft het toch bijzonder.”

Liesbeth en Caressa hopen dan ook om de Knuffelmakers verder uit te breiden naar kinderziekenhuizen. “Ouders kunnen niet elk moment van de dag bij hun zieke kind zijn. Een knuffeltje dat lijkt op één van de ouders kan zoveel troost bieden aan zo’n kindje.” Een droom is om ook een vestiging op te zetten in het buitenland. “We denken nu aan de VS. Dus wie weet dat we daar over een aantal jaar ook een vestiging kunnen openen.”