Nederland wil Rusland voor het Europees Hof voor de Rechten van de Mens brengen voor het neerschieten van vlucht MH17. Maar de landen twisten over een cruciale voorwaarde om Rusland te kunnen aanklagen.
Nederland probeerde het hof woensdag te overtuigen dat Rusland het in Oekraïne voor het zeggen had.
Als het hof vaststelt dat Rusland op het moment van de ramp de baas was, kan de Russische Staat verantwoordelijk worden gehouden. Maar Rusland spreekt die controle in alle toonaarden tegen.
Het is voor het eerst dat Nederland voor een internationale rechter het Russische aandeel in de vliegramp aankaart. Het hof moet beslissen of het de Nederlandse klacht in behandeling neemt. Daarnaast moet het oordelen over klachten van Oekraïne met betrekking tot de Russische rol in het oorlogsgeweld in dat land. Rusland probeert het hof in Straatsburg daarvan te weerhouden.
Rusland brengt tegen de aanklachten in dat de raket die MH17 fataal werd, is afgeschoten vanaf Oekraïens grondgebied. Van werkelijke controle over dergelijk oorlogsgebied zou je sowieso nooit kunnen spreken. En de rebellen in het oosten van het land zouden eigen baas zijn geweest. Bovendien zou het Westen boter op het hoofd hebben, want het steunde zelf de regering in Kiev.
Nederland stelt dat Rusland wel degelijk de lakens uitdeelde in het rebellengebied. Onder andere het bewijs in de strafzaak tegen de verdachten van het lanceren van de raket toont dat volgens de Nederlandse juristen voldoende aan.
Nederland liet ook de nabestaanden aan het woord. Zij lijden niet alleen onder de vliegramp zelf, maar ook onder de ontkenningen en schijnbare desinteresse van Rusland, beklemtoont hun woordvoerder Piet Ploeg. “Dat wat wij de ramp na de ramp noemen.” De nabestaanden snakken ernaar de zaak na ruim zeven jaar eindelijk te kunnen afsluiten, klonk door in verklaringen die Ploeg voorlas.
Het hof neemt naar verwachting enkele maanden de tijd om te beslissen of het de zaak in behandeling neemt.
Nederland en Rusland staan woensdag voor internationale rechter over MH17
