Onder de minstens 125 doden die zaterdag vielen bij voetbalrellen in een stadion op Oost-Java waren 32 kinderen. Dat hebben Indonesische regeringsfunctionarissen maandag laten weten.
De kans bestaat bovendien dat dit aantal kinderslachtoffers nog verder oploopt.
De rellen ontstonden na afloop van een wedstrijd tussen de clubs Arema FC uit Malang en Persebaya Surabaya, uit Soerabaja. Na afloop van de wedstrijd, die de club uit Malang met 2-3 verloor, bestormden duizenden supporters van beide teams het veld.
De politie zette traangas in om de fans te verdrijven. In de FIFA-regelementen staat dat traangas in stadia verboden is. Daarom roept Amnesty International op tot onderzoek naar het politieoptreden.
Volgens de politie kwamen tientallen mensen om in het gedrang op het veld. De anderen overleden later in ziekenhuizen. De meesten zouden zijn gestorven door zuurstofgebrek.
Arema en Persebaya Surabaya spelen in de hoogste divisie van het Indonesische voetbal, de Liga 1, en gelden als aartsrivalen.
Alle wedstrijden in de divisie zijn voor een week stilgelegd en de nationale voetbalbond PSSI heeft aangekondigd een onderzoek in te stellen naar wat zich precies heeft afgespeeld.
De Indonesische krant Koran Tempo had maandagochtend een volledig zwarte voorpagina met daarop in rode letters de woorden “Onze voetbaltragedie” en een lijst met de namen van de dodelijke slachtoffers.
De voorzitter van voetbalclub FC Arema heeft namens de club excuses aangeboden aan de nabestaanden.
Stadiondrama na Indonesische voetbalwedstrijd behoort tot dodelijkste ooit
