Minderjarige slachtoffers van seksuele uitbuiting doen bijna nooit aangifte. Dat concludeert onderzoeksplatform ‘Pointer’ (KRO-NCRV) na een rondvraag bij verschillende politie-eenheden.
In Amsterdam is de afgelopen drie jaar slechts één aangifte gedaan, terwijl daar naar schatting zo’n 100 jongeren met uitbuiting te maken krijgen.
Maar ook in andere regio’s doen minderjarigen weinig tot geen aangifte van seksuele uitbuiting, blijkt uit onderzoek van Pointer. Zo zijn er in de regio’s Rotterdam, Noord Nederland en Limburg in die periode zelfs helemaal geen aangiftes gedaan. Ondertussen zijn er bij GZ-psychologen, jeugdwerkers en andere hulporganisaties wel tientallen slachtoffers in beeld.
Slachtoffers zijn bang om aangifte te doen omdat ze zich niet veilig genoeg voelen, blijkt uit een rapport van het Centrum tegen Kinderhandel en Mensenhandel (CKM) uit 2018. Ze hebben weinig vertrouwen in de autoriteiten. Ook kunnen schaamte, en loyaliteit naar een loverboy een rol spelen. Ook de lange wachttijden schrikken de jongeren af.
Het kan wel drie jaar duren voordat een zaak behandeld wordt, en het is een ‘slepend’ proces. Maar zonder aangifte is het lastig om een zaak tegen een verdachte beginnen, zegt Jan de Jong, teamleider van de Zedenpolitie in Amsterdam. “Het is een gevoel van onmacht, omdat je weet dat meerdere jongeren het slachtoffer zijn van seksuele uitbuiting.”
Zó steun je als partner, familie of vriend een slachtoffer van seksueel geweld
