Een nieuwe tegenslag voor de Britse premier Boris Johnson. Zijn positie wankelt al door de veelvoud aan illegale coronafeestjes, maar nu stappen ook twee naaste medewerkers van hem op.
Het gaat om beleidschef Munira Mirza, een politiek topadviseur, en om de directeur communicatie, Jack Doyle.
Volgens het Britse tijdschrift The Spectator waren Johnsons uitlatingen over de sociaaldemocratische oppositieleider Keir Starmer de druppel voor Mirza. In een debat in het parlement had de premier zijn rivaal Starmer verweten dat die destijds in diens functie bij justitie de roemruchte Britse seksmisdadiger en BBC-presentator Jimmy Savile had laten lopen.
Johnson oogstte met zijn uithaal meteen forse kritiek, ook uit eigen kring. Sommigen vergeleken het met het gedrag van de voormalige Amerikaanse president Donald Trump. Al lang staat vast dat Starmer als hoofd van de openbaar aanklagers niet betrokken was bij het besluit Savile, die in 2011 stierf, niet te vervolgen. Hoogste beleidsadviseur Mirza had tevergeefs excuses geëist voor de aanval van Johnson, aldus The Spectator.
Kort na het vertrek van de invloedrijke Mirza werd bekend dat ook het hoofd communicatie van de premier, Doyle, ontslag heeft genomen. Volgens Britse media staat zijn besluit echter los van dat van Mirza. Doyle speelt een rol bij het zogenoemde partygate-schandaal over omstreden overheidsfeesten en -borrels in coronatijd. Hij zou op zeker één feestje aanwezig zijn geweest. De recente weken hebben een “verschrikkelijke tol geëist van mijn familieleven”, citeren media hem bij zijn afscheid.
Boris Johnson belooft verbeteringen na kritisch 'partygate'-rapport
