Op moment van schrijven is het precies 28 dagen geleden dat ik vertrokken ben naar het buitenland voor de opnames van een nieuw programma. Gedurende twee maanden nemen we hier, op de Dominicaanse Republiek, een realityshow op die dit najaar op Net5 te zien zal zijn.
Het betekent echter ook lang weg zijn van mijn vrouw en twee dochters. Nooit eerder, sinds ik bijna zeven jaar geleden vader werd, ben ik zo lang zonder ze geweest.
En hoewel de wereld vanwege videobellen kleiner dan ooit is geworden, zijn het de kleine dingen die ik het meeste mis. Bijvoorbeeld hoe er bij mijn oudste dochter al twee melktanden zijn uitgevallen sinds ik weg ben. De laatste tand voor mijn vertrek wilde maar niet loslaten, dus die heb ik toen met behulp van een velletje keukenrol vastgepakt en eruit getrokken. De twee tanden daarna heeft ze precies dat, helemaal zelf gedaan.
Mijn jongste dochter is vaak als eerste wakker. Mijn dag begint dan ook meestal met dat zij op het bed klimt en zachtjes in mijn oor fluistert: “Papa, ben je al wakker?” Niet om sentimenteel te doen, maar een mooiere wekker dan dat is er niet. Nu moet ik het doen met het standaarddeuntje van mijn iPhone.
Het dansen in de woonkamer, een activiteit voor het hele gezin, waarbij je steeds iemand aan mag wijzen die de volgende move mag bedenken en uitvoeren. De rest doet die beweging dan ook, tot de bedenker het tijd vindt om een volgend iemand aan te wijzen. Ik mis het om met mijn hand naast me in bed te voelen en te kunnen constateren dat mijn lief naast me ligt.
Als ik om een uur of tien in de avond thuiskom na een draaidag, betrap ik mezelf erop dat ik nog steeds ‘JOEHOE’ roep, precies zoals ik het thuis ook doe. Iets wat er met de jaren is ingesleten en in Diemen altijd beantwoord wordt met twee sprintende meisjes in mijn richting die ‘PAPAAAAA’ roepen. Een antwoord blijft hier uit.
Begrijp me niet verkeerd: ik heb de baan waar ik als jongetje van twaalf al van droomde en zit hier met een geweldig team, werkend aan een mooi project en midden in het Caribisch gebied. Er is wat dat betreft absoluut geen enkele reden tot klagen. Het is ook niet zozeer het alleen zijn dat me zwaar valt, maar meer het niet bij mijn drie dames zijn.
Toch wordt er hier iets in mij aangeboord dat ik van thuis niet ken. Toen ik een uurtje geleden zat te ontbijten, ook maar weer alleen, had ik een willekeurig verras-mij lijstje muziek aangezet op Spotify. Dan is het tenminste niet zo stil. Plots kwam er een liedje van Duncan Lawrence voorbij, niet per se een artiest waar ik naar luister, met Electric Life. Een nummer dat ik niet kende, maar voor ik het wist vond ik mezelf snikkend boven een kom cornflakes.
Ik heb naar huis geappt dat ik ze vreselijk mis. Morgen stappen ze in het vliegtuig hierheen, ze komen tien dagen op bezoek. Ze moeten zich voorbereiden op duizend knuffels. En een huilende gozer.
