Na vier jaar correspondentschap is het voor Jeroen Wollaars (40) tijd voor een nieuwe uitdaging. Morgen vervangt hij Twan Huys in Nieuwsuur. Iets wat hem op het lijf geschreven lijkt: “Ik bouwde al televisiestudio’s van Lego.”
Als kind besprak hij hondenpoep in zijn 'eigen radioshow', morgen presenteert Jeroen Wollaars 'Nieuwsuur'
Morgen is het zover. Zenuwachtig is hij niet. “Ik ben er al een maand of vier mee bezig. Het is tijd om het waar te gaan maken.”
Heb je door die lange aanloop juist niet het gevoel dat alle ogen op je gericht zijn?
“Nou, dat zijn er inderdaad zeker een paar honderdduizend. Maar dat is zo abstract. Mijn zenuwen komen altijd pas ná de uitzending, blijkbaar kan ik die uitstellen. Bovendien is het niet zo, dat ik nooit eerder zoiets gedaan heb. Ik heb als Duitsland-correspondent voor de NOS toch een bepaald zelfvertrouwen opgebouwd.”
Wat bleek tijdens de voorbereiding je grootste uitdaging?
“Voor mij staat Nieuwsuur bekend om zijn onthullingen, zoals de bonnetjesaffaire van Teeven. Het doel is om dat soort misstanden onder de aandacht te brengen bij een nog groter publiek. Met het oog op het veranderende medialandschap, bijvoorbeeld de verschuiving van tv naar online. Maar dat is niet alleen mijn uitdaging; dat doen we met hele team. Het is geen revolutie dat ik het programma nu presenteer, maar onderdeel van een evolutie.”
Voel je extra druk van buitenaf, omdat je Twan Huys opvolgt?
“Nee, je bent zelfs de eerste die erover begint. Ik vind hem een scherpe interviewer, dat zeker. Maar ik houd me niet met hem bezig, anders ga je iemand nadoen. Hij is hij en ik ben ik. Ik moet er nog achterkomen wat mijn stijl van presenteren is. Mijn kracht is in ieder geval dat ik moeilijke onderwerpen toegankelijk kan maken.”
Wat wilde je als kind graag worden?
“Cameraman. En dan specifiek cameraman in een televisiestudio, met zo’n grote, rijdende camera. Ik kan me ook spannendere jongensdromen bedenken, maar dit wilde ik écht. Ik bouwde zelfs televisiestudio’s na van Lego.”
En hoe verschoof die droom van achter de camera staan naar ervoor presenteren?
“Heel geleidelijk. Ik ging voor de schoolkrant schrijven en bouwde een radiostation op zolder. Naar de School voor Journalistiek wilde ik alleen niet. Daar zeiden ze: “Als je hier wordt aangenomen, dan ga je het eerste jaar alleen maar politieberichten tikken.” Dat leek me erg saai. Dus werd het een studie Communicatiesystemen.”
Wacht eens even: een radiostation op zolder, hoe moet ik dat voor me zien?
“Vroeger – opa vertelt: – kon je via een bepaalde radiofrequentie naar je babyfoon luisteren. Toen dacht ik: dus als ik een babyfoon heb, kan ik op de radio komen. Ik kocht een mengpaneel en een microfoon – ja, ik ben een nerd – en zo werd Radio Koningshof geboren. Voor alle buurtbewoners van, je raadt het al, het Koningshof. Geen koe die luisterde naar mijn items over hondenpoepoverlast, maar dat terzijde.”
Je journalistieke carrière – Radio Koningshof daargelaten – startte pas echt bij AT5. Wat heb je daar geleerd en van wie?
“Eindredacteur Frank Eisma. Hij is superscherp en heeft al generaties aan journalisten opgeleid. ‘Altijd nieuwsgierig blijven’, was zijn advies. ‘Blijf alles uitzoeken en werk vanuit je verwondering. Wij zijn mensen die toevallig met andere ‘belangrijke’ mensen mogen spreken, bekijk elk onderwerp vanuit die positie.””
Met alles wat je nu weet: welk advies zou jij jongere zelf hebben gegeven?
“Lees meer boeken. Literatuur, biografieën: je leert de wereld er beter door begrijpen. Begrip is belangrijk voor een journalist.”
Welk programma, naast Nieuwsuur, zou je nog meer willen presenteren?
“Ik ben je vraag niet aan het ontwijken, hoor. Of nou ja, eigenlijk natuurlijk wel. Maar ik ben echt volledig bezig met Nieuwsuur. Meer kan ik gewoon niet zeggen.”
Wat een diplomatiek antwoord. Kan je niet een hypothetisch voorbeeld geven, zoals: ‘Ik vind Matthijs van Nieuwkerk zó goed, ik zou graag in z’n schoenen staan’?
“Ik heb zeker bewondering voor Matthijs. Ik ben het dan ook niet eens het kritiekpunt dat hij te snel en kort door de bocht zou zijn. Maar ik ben nu vooral bezig met morgen. Irritant hè, journalisten interviewen?”
En het correspondentschap dan: staat dat ooit nog op de planning?
“Ik sluit het niet uit. Alles kan: ik ben nog niet klaar. Ik heb een voorkeur voor landen waar grote veranderingen plaatsvinden, die doorklinken door heel het Westen. Zoals in Engeland met de Brexit en in de Verenigde Staten met Trump.”
Ben je nog niet ‘Trump-moe’?
“Nee, integendeel. Ik ben verslaafd aan het verhaal. Ik luister elke dag de podcast van de New York Times. De opkomst van het rechtspopulisme, machthebbers die een nieuwe versie van de realiteit neerzetten: het interesseert me mateloos.”
Welke gebeurtenis in het verleden had je graag willen verslaan?
“9/11. Die gebeurtenis heeft alles wat ik net vertel in gang gezet.”
Nieuwsuur is elke dag te zien om 22.00 uur op NPO 2.
Lees ook
Hé, dat is leuk: Jeroen Wollaars vervangt Twan Huys in Nieuwsuur