Mensen met een midden- en hoger inkomen gaan er volgend jaar financieel het meeste op vooruit. Zij kunnen rekenen op een koopkrachtstijging van ruim twee procent.
Lagere inkomens gaan er 1,4 tot 1,8 procent op vooruit komend jaar. Om ervoor te zorgen dat mensen meer te besteden hebben, moet het kabinet wel flink bijbetalen. Hoe dat wordt betaald is nog onduidelijk.
Maar wat houdt een paar procent ‘extra koopkracht’ nou precies in? Om de koopkracht te berekenen worden eerst alle belastingen van je salaris afgetrokken. Dan houd je het besteedbare inkomen over dat vervolgens wordt verrekend met de inflatie – want wanneer we meer te besteden hebben, maar boodschappen ook duurder worden, hebben we daar weinig aan – en zo blijft ‘de koopkracht’ over.
Zoals het er nu naar uitziet stijgt deze dus voor iedereen het komende jaar, waardoor we meer te besteden hebben. Normaal gesproken worden de koopkrachtcijfers pas op Prinsjesdag bekendgemaakt, maar de cijfers lekten al eerder uit naar RTL Nieuws.