Het kabinet heeft afspraken gemaakt met de woningcorporaties over de besteding van het extra geld dat met de Algemene Politieke Beschouwingen is vrijgemaakt.
Het geld moet bijdragen aan nieuwe woningen voor ouderen en andere huurders, flexhuizen en verduurzaming. Dat hebben de demissionair minister van Binnenlandse Zaken Kajsa Ollongren en de branchevereniging voor woningcorporaties Aedes afgesproken.
Tijdens de Beschouwingen is besloten om de verhuurdersheffing die corporaties moeten betalen met 500 miljoen euro te verlagen. Het idee was dat zij dat geld in woningen konden steken. De precieze invulling was nog niet vastgelegd, omdat daar eerst nadere afspraken over gemaakt moesten worden. Die zijn nu vastgelegd, meldt Ollongren aan de Tweede Kamer. Die investeringen zijn goed voor een groter bedrag dan het half miljard dat beschikbaar is gesteld.
Afgesproken is onder meer dat er in zowel 2026 als 2027 28.000 sociale huurwoningen gebouwd worden. Het is de bedoeling dat ook in de jaren daarna ongeveer zoveel huizen gebouwd zullen worden. Verder maakt de overheid meer haast met de bouw van 50.000 woningen voor ouderen. Die komen daardoor vanaf 2030 beschikbaar, in plaats van vijf jaar later.
De corporaties investeren ook 500 miljoen in het verbouwen van gebouwen die nu nog een ander doel hebben tot huizen. Hetzelfde bedrag wordt de komende vier jaar besteed aan zonnepanelen en hybride warmtepompen. Verder mogen in 2028 sociale huurwoningen in principe geen onzuinig energielabel meer hebben (E, F of G), monumenten en panden die gesloopt worden uitgezonderd. Er zijn ook afspraken gemaakt over onderhoud, veiligheid en de betaalbaarheid van huizen.
Iris Enthoven knokte zich door de overhitte woningmarkt: 'Ik woon in mijn droomhuis'
