(Bijna) niks

Drie maanden niks kopen. Dat is het idee achter Slow Fashion Season. Deze derde editie loopt van deze week tot en met 21 september, maar is wel iets anders dan de voorgaande jaren. Dit jaar kopen de deelnemers geen kleding van fast fashion-merken, maar wel bij duurzame en tweedehands winkels. Ook laten deze mensen wel hun kleding repareren en mogen ze deze ook ruilen.

“De uitdaging was oorspronkelijk om drie maanden lang helemaal niets nieuws kopen. Dat hebben we aangepast, want duurzame merken en winkels hebben het door de coronacrisis moeilijk. Ondernemers in de mode-industrie die hun nek uitsteken moeten we nu juist een steuntje in de rug geven”, vertelt initiatiefnemer Lena Hartog.

Non-profitorganisatie CollAction kwam met het idee. “De mode-industrie is een van de vervuilendste industrieën ter wereld en heeft zo een groot aandeel in klimaatverandering. Daar zijn mensen zich vaak niet bewust van. Ze zijn wel vegetariër, maar in de H&M vergeten ze wat hun idealen zijn”, vertelt Hartog. Met dit project wil ze mensen daarover aan het denken zetten.

Snel en goedkoop

In opdracht van het ministerie Infrastructuur en Waterstaat onderzocht onderzoeksbureau KplusV de rol van fast fashion in Nederland. In een recentelijk gepubliceerd rapport concluderen zij dat het koopgedrag van consumenten “grote effecten op het systeem van de textielketen heeft.”

Dit betekent dus: bedrijven als H&M en C&A willen graag duurzaam produceren, maar dan kunnen zij de veelvoorkomende wens en dus vraag – van de consument – naar goedkope shirtjes minder goed vervullen. Hierdoor blijft een systeem bestaan waarbij veel verschillende collecties worden gemaakt met materialen die goedkoop (en niet duurzaam) zijn.

Hartog vindt dat hier verandering in moet komen. “Drie maanden is lang genoeg om een nieuwe gewoonte te creëren, maar niet zo lang dat mensen er niet aan durven beginnen. Slow Fashion Season is een kickstart om minder kopen normaal te maken.”

Lees ook
Winkeliers zijn het zat: ‘Respecteer coronamaatregelen en kom nu funshoppen’