Het was vrijdagavond en ik stond met lieve mensen in de kroeg waar ik altijd kwam toen ik nog in Amsterdam woonde. Vol trots vertelde een vriend dat hij voor het eerst sinds jaren weer aan het daten was.
Niet dat hij jarenlang had stilgestaan op het gebied van de liefde, maar het was nooit zo serieus geworden dat het vermeldenswaardig was.
Inmiddels waren ze een half jaar onderweg en hadden ze zojuist besloten om exclusief met elkaar te gaan. Oftewel van scharrelen naar officiële verkering. Ik moet eerlijk zeggen: hij straalde van oor tot oor.
“Het is voor het eerst dat ik helemaal mezelf bij iemand kan zijn”, zei hij trots. “Helemaal?”, vroeg ik. “Laat je ook gewoon scheten waar zij bij is?” Dat had ik beter niet kunnen vragen, want het relaas dat volgde heeft mijn blik op hem voorgoed veranderd.
Het zat zo. Ze laten in principe geen scheten bij elkaar in de buurt, máár wanneer het toch af en toe gebeurde dat iemand een wolkje gas liet ontsnappen dan kreeg de ander een scheet-krediet. Ik zou willen dat ik dit had verzonnen. Een WAT-krediet???
Alsof dit de normaalste zaak van de wereld was, legde hij het goedgeluimd uit. De ander, zijnde de persoon die geen scheet had gelaten, mocht op een door hem of haar verkozen moment een scheet laten in het bijzijn van zijn of haar partner. Waarom je dat zou willen, hoor ik u denken. Ik stelde, omdat ik toch wat nieuwsgierig was geworden, precies dezelfde vraag.
Nou stel, begon hij, stel je voor het is midden in de winter, het vriest buiten dat het kraakt en je ligt net in bed. Het is lekker warm onder de dekens en ineens voel je dat je een scheet moet laten. Je hebt absoluut geen zin om het bed te verlaten, vanwege de kou. Als je dan een scheetkrediet hebt, kun je het gewoon laten ontsnappen zonder dat de ander boos mag worden.
Ik wist niet of ik heel hard moest lachen of heel hard moest huilen. Hoe dit dan in de praktijk in zijn werk ging? Inmiddels had zijn nieuwe liefde maar liefst veertien!!! scheten aan krediet opgebouwd. Wat eigenlijk zoveel wilde zeggen als dat hij de hele tijd liep te ruften en zij er niks van kon zeggen, omdat ze er toekomstige door haar te laten scheten voor terug kreeg. Die ze vervolgens natuurlijk nooit ging innen, want ze wilde geen scheten bij hem laten.
Mijn vriend keek erbij alsof hij een uitvinding had gedaan die hem op een dag de Nobelprijs voor de Vrede zou gaan opleveren, en wij de gekken waren die nog niet overtuigd waren van zijn genialiteit.
Ik hoop nu heel erg dat ze voor elkaar gemaakt blijken en op een dag gaan trouwen. Want dan lees ik deze column voor als zijnde mijn speech. Toen ik die avond thuiskwam, kroop ik dicht tegen mijn vrouw aan in bed. Ik gaf haar een kus en fluisterde zachtjes in haar oor: “Trek eens aan mijn vinger.”
