Proces Charlie Hebdo

De aanslag op het weekblad en de joodse supermarkt zijn niet de enige gebeurtenissen. Ook werd een politieagente vermoord. De aanslagen zijn gepleegd uit naam van Islamitisch extremisme. Het weekblad had spotprenten van de profeet Mohammed gepubliceerd – die nu opnieuw zijn uitgegeven. De drie daders zijn inmiddels overleden. Degenen die nu terechtstaan worden verdacht van zaken als lidmaatschap van een terreurorganisatie en het financieren van terrorisme.

Door het coronavirus is het proces vijf maanden later begonnen dan de bedoeling was. Het vindt ook niet, zoals normaal gesproken, in het Paleis van Justitie op een eiland in de Seine plaats. De autoriteiten verplaatsten de zaak naar een nieuw gerechtsgebouw aan de noordelijker gelegen Porte de Clichy. Iedereen draagt  – conform de maatregelen – mondkapjes.

Lang proces

Vijf rechters en 94 advocaten behandelen het proces. Daarvoor zijn tot in november 49 zittingsdagen gepland. Voorzittend rechter is Régis De Joan. Zo’n 200 nabestaanden en slachtoffers zijn aanwezig. Ook zijn 144 getuigen en 14 deskundigen opgeroepen.

De speciale anti-terrorisme procureur Jean-François Ricard hoopt dat het historische proces de waarheid over de schokkende gebeurtenissen aan het licht brengt. De bloedbaden bleken een voorloper van een reeks bloedige terroristische aanslagen in Frankrijk. Deze waren in Parijs en Nice.

Aanslagen

Bij de aanslagen, waarvoor nu veertien mensen terechtstaan, vielen in enkele dagen tijd zeventien doden. De broers Saïd en Chérif Kouachi brachten op 7 januari 2015 twaalf mensen om het leven bij Charlie Hebdo. Niet veel later doodde Amedy Coulibaly, een kennis van Chérif, een politievrouw en vier anderen bij een joodse supermarkt in Parijs.

De twee broers en Coulibaly kwamen later om het leven tijdens confrontaties met de politie. Drie verdachten worden bij verstek vervolgd. Zij vertrokken naar Syrië en zijn mogelijk dood.

Lees ook
‘Vijf jaar na Charlie Hebdo: ‘We zullen niet vergeten”