We kunnen weer dromen van een zonvakantie of een nieuwe zomergarderobe, want het vakantiegeld komt eraan – en het gaat ook nog eens omhoog voor een bepaalde groep mensen. Maar let op: niet voor iedereen is het feest.
Waar sommigen juist meer ontvangen, worden andere portemonnees juist iets minder gevuld vergeleken met vorig jaar.
Vakantiegeld is officieel bedoeld om je vakantie van te betalen, maar tegenwoordig zetten veel mensen het gewoon op hun spaarrekening. Hoeveel je krijgt verschilt, maar het is minimaal 8 procent van je bruto jaarloon. Let op: extra’s zoals bonussen en winstuitkeringen tellen niet mee. Ook als je ziek bent geweest, blijft je recht op vakantiegeld gewoon staan. Niet iedereen krijgt automatisch vakantiegeld, dus duik even in je cao om zeker te weten hoe het voor jou geregeld is.
Werk je fulltime en verdien je tussen de 2000 en 2750 euro bruto per maand? Dan zit je dit jaar goed: volgens loonstrookverwerker ADP gaat jouw vakantiegeld omhoog, mede door het verhoogde minimumloon en belastingwijzigingen. Zo krijgen mensen met een minimumloon er gemiddeld zo’n 188 euro bij vergeleken met 2024.
Helaas geldt dat niet voor iedereen: parttimers met een inkomen rond de 1000 euro bruto per maand gaan er juist op achteruit en krijgen zo’n 213 euro minder. Ook mensen met een modaal inkomen van 3588 euro per maand zien hun vakantiegeld iets dalen. Verdien je twee keer modaal of meer? Dan verandert er niks.
Wanneer je je vakantiegeld kunt verwachten? In de meeste gevallen wordt het in mei of juni uitbetaald, tegelijk met je maandloon. Nog even volhouden dus. Niet iedereen krijgt het in één keer: bij sommige werkgevers – vooral in de horeca of bij een nulurencontract – wordt het bedrag maandelijks uitgekeerd. Check hiervoor je loonstrook.
Hoeveel en wanneer? Dit kun je verwachten van je vakantiegeld
