De voorgenomen btw-verhoging op cultuur en sport in Nederland, gepland voor 2026, is van tafel. Dit is het resultaat van een succesvolle actie door oppositiepartijen in de Tweede Kamer, die het kabinet onder druk hebben gezet om af te zien van de maatregel.
Minister Eelco Heinen van Financiën had geen andere keuze dan het plan aan te passen.
Het Belastingplan van 2024, dat in de Kamer wordt besproken, omvatte een verhoging van het btw-tarief van 9 naar 21 procent voor onder meer theaters, musea, boeken en sport. De oppositiepartijen GL-PvdA, D66, CDA, ChristenUnie, SGP en JA21 dienden gezamenlijk een motie in om deze verhoging te schrappen. Zij roepen het kabinet op om naar alternatieve inkomstenbronnen te zoeken om de benodigde 1,2 miljard euro op te halen.
Minister Heinen blijft echter bij zijn plan om de btw-verhoging op hotelovernachtingen door te voeren. De oppositie wil vandaag nog duidelijke schriftelijke bevestiging ontvangen over de exacte uitleg van deze toezegging.
Minister Heinen staat nu voor de uitdaging om op een andere manier de benodigde 1,2 miljard euro aan inkomsten te vinden. Hoewel uitstel van het belastingplan geen optie is – gezien de administratieve voorbereiding die zowel Belastingdienst als bedrijven nodig hebben – moet er nog deze week in de Tweede Kamer over het plan worden gestemd. Vervolgens moet de Eerste Kamer het plan voor het eind van het jaar goedkeuren.
De komende maanden wil het kabinet met de oppositie in gesprek over mogelijke alternatieven om de begrotingsdoelen te halen. Heinen sprak voorzichtig positief over het voorstel van de oppositie, dat meer tijd biedt om tot een akkoord te komen.
De plannen voor een btw-verhoging op cultuur en sport hebben al langere tijd tot felle discussies geleid. De voorgestelde stijging van de btw zou de prijzen van onder andere boeken en museumbezoeken aanzienlijk verhogen. Dat zorgde voor veel kritiek vanuit verschillende sectoren. Zo bleef het lage tarief voor bioscoopkaartjes bestaan, maar theatervoorstellingen zouden onder het hogere tarief gaan vallen. Dit leidde tot zorgen over toegankelijkheid en de kosten voor het publiek.
Een bijzonder obstakel voor de oppositie was de vrees dat steun voor het belastingplan in het algemeen ook steun voor de btw-verhoging zou inhouden. Het risico bestaat dat de btw-verhoging op sport en cultuur alsnog wordt doorgevoerd, als de partijen niet tot een definitieve oplossing komen.
De Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ) heeft positief gereageerd op het besluit om de btw-verhoging voorlopig niet door te voeren. Algemeen secretaris Thomas Bruning noemde het een “voorlopig zeer positief tussenresultaat” en benadrukte de impact van de lobby van uitgevers, journalisten, NDP Nieuwsmedia en vertegenwoordigers uit de sport- en cultuursector.
De oppositie en het kabinet zetten de gesprekken voort in aanloop naar de voorjaarsnota van volgend jaar. Hierbij staat centraal hoe het kabinet alsnog aan de eis van 2,3 miljard euro extra inkomsten kan voldoen, zonder dat de btw-verhoging ten koste gaat van toegankelijkheid van cultuur en sport voor het Nederlandse publiek.
Kabinet kijkt hoe bijna gratis kinderopvang mogelijk is met nieuw, eenvoudiger stelsel
