NET GEGETEN “Ik bedenk ’s avonds vaak al wat ik de volgende dag ga eten als lunch. Voor vandaag had ik gegrilde kip met tomaten uit de oven en een feta-dillesaus verzonnen. Ik heb geen kantoorbaan en dus genoeg tijd om van maaltijden een feest te maken. Maar het liep vandaag allemaal anders. Dan is er altijd nog brood met hagelslag en een glas melk.”
EETHERINNERING “Mijn familie komt uit de provincie Hatay, in het uiterste zuiden van Turkije. In Hatay ligt het dorp Karsu, waarnaar ik vernoemd ben, en daar was een tander-oven voor gemeenschappelijk gebruik. Ik wandelde er met mijn oma naartoe en terwijl zij het brooddeeg aan de binnenkant van de oven plakte, speelde ik in haar buurt. De traktatie voor mijn geduld was het eerste broodje uit die hete tander. Nog warm, met een subtiel rokerig houtskoolsmaakje. Goddelijk.”
SPEEL EENS WAT “Thuis kookte mijn moeder. Turks, Indonesisch, Surinaams, Thais: de Amsterdamse multiculti keuken. Mijn vader bestierde een Turks restaurant in De Pijp en als ik er nu op terugkijk, heeft hij daar een legacy neergezet: het restaurant behoorde tot de Turkse top van Nederland. Het was ook zo’n plek waar mijn vader de gastheer was en iedereen zijn hart kwam luchten. Mijn oom die het management deed, mijn neef en nicht in de bediening, ik ook. Er stond een oude pianola, een overblijfsel van de vorige eigenaar. Toen ik erop begon te spelen, ging dat als een lopend vuurtje door de stad. Het Parool schreef erover en daarna werd ik gevraagd om op te treden in De Wereld Draait Door.”

(artisjokkenrijst)

Ingrediënten
– 3 artisjokharten (mag ook uit de diepvries, te vinden bij Turkse winkels)
– 3 takken lente-ui
– 10 takjes dille
– 1 winterwortel
– 100 g doperwtjes
– 5/6 el olijfolie
– 4 el Turkse Baldo pirinç- of risottorijst (gewassen)
– 1 tl zout
– 1 tl zwarte peper
– 1 tl pul biber
– 30 g granaatappelpitjes
– sap van een halve citroen
– 250 ml water

Bereidingswijze
Snijd de lente-uitjes fijn. Bak die twee minuten in een pan met de olijfolie. Snijd de wortel in kleine blokjes. Bak die mee. Snijd de artisjokharten in kleine blokjes en bak die ook mee. Doe de doperwten erbij. Roerbak alles nog vijf minuten.
Voeg nu de rijst toe en roer alles goed door elkaar.
Giet dan 250 ml water in de pan, zodanig dat alles net onder water komt te staan.
Als het kookt, zet dan het gas laag en laat de rijst 20 minuten pruttelen met de deksel op de pan.
Zet het gas uit, snijd de dille fijn en strooi deze boven op de rijst. Roer goed door en laat met de deksel erop tien minuten rusten.

Serveer de rijst met citroenpartjes en wat granaatappelpitjes als garnering.