Ik heb, op de terugweg van België naar huis, twee uur lang de tijd om met mijn gedachten alleen te zijn. Dat is een vrij vermoeiende bezigheid.
WJ dwarrelt door mijn hoofd. De eerste date, hoe hij met een roos in zijn hand aankwam. Zo blij en leuk en lief.
De afgelopen maanden, hij in de complete Italiaanse lockdown en vanavond. De vermoeide man die moest wennen aan het dicht bij elkaar zitten. De liefde die zoveel potentie had en nooit tot ontplooiing mocht komen.
En dan Mehmet, die opwindende Mehmet, die precies het juiste recept is voor dit moment. Mijn stemming schiet net zo snel heen en weer als mijn gedachten. Dan weer verdrietig en dan weer blij.
Onderweg neem ik me één ding stellig voor; ik zal nooit, maar dan ook nooit meer een traan laten voor een vent. En de beste manier om dat te doen is een nieuwe liefde.
Voorheen moest je jezelf en je kuthumeur dan naar de kroeg slepen. Maar zien of je een leuk iemand tegenkomt. Nu hebben we Tinder. Je kunt zo de hele voorjaarscollectie doorswipen. Er zijn er genoeg in de aanbieding. Natuurlijk loopt het daar ook niet over van leuke mannen, maar het is net als met de sale bij Zara; een grote teringzooi en een hoop ouwe meuk, maar als je goed zoekt haal je er zomaar een juweeltje tussenuit. Soms heb je er maar een seizoen lol van en soms tref je het en gaat het een paar jaar mee.
Tinder maakt me ook wel een beetje een fladderaar. Maar ik heb zo lang celibatair geleefd, dat ik het seksloze leven voor gezien houd. Mijn lichtje is aan. Dus ik blijf rondfladderen in het Tinderdagverblijf.
Ik heb alleen een makke; ik kan alleen uit de kleren gaan met een man die ik echt heel leuk vind. Ik kan geen sex voor de sex hebben. Was ’t maar waar. Dat maakt het leven een stuk eenvoudiger.
Ik heb een vriendin die dat uitstekend kan en ik benijd haar daar om. Ze reist veel. Zo was ze laatst in Parijs en dacht de avond voor ze weer naar huis zou vliegen: “Ik heb zin in een orgasme.” Ze had echter geen zin om de hand aan zichzelf te slaan en zette haar Tinder aan op een paar kilometer afstand.
Binnen het uur had ze een seksdate. Daarbij is ze ook nog heel assertief. De Franse minnaar had zijn hoogtepunt gekregen, zij niet. En daar was ze tenslotte voor gekomen. Dus op niet mis te verstane wijze vertelde ze hem dat hij toch echt nog even down under moest zodat de avond ook voor haar een happy end had. Applaus!
Ik kan dat niet. Ik vind dat – geheel onterecht – gênant. Dat is jammer. Want een heleboel mannen kennen de routekaart van het vrouwenlichaam niet. Ze denken dat je van de penetratie klaarkomt. Of ze verwisselen je urinebuis voor de clitoris en wrijven daar zo ijverig op dat je er een blaasontsteking aan overhoudt. Mijn hoop is dus altijd gevestigd op een natuurtalent.
Mehmet lijkt in ieder geval veelbelovend wanneer ik twee dagen later ’s avonds bij hem in de auto stap. Hij neemt me langzaam van top tot teen op met de conclusie: “Ik ga je opeten.” Ik ben (nog) niet verliefd, maar mijn lichtje is inmiddels wel een zwaailicht geworden.
In tegenstelling tot wat ik gewend ben met WJ, die overal een gedachte en mening over heeft, is Mehmet geen enorme prater. Geen diepzinnige gesprekken onder het genot van een biertje. Na het tweede drankje staat hij op en zegt resoluut: “We gaan.”
“Nu al?” vraag ik.
Hij geeft geen antwoord, maar dirigeert me het café uit. Ik ben voor de gelegenheid volgzaam. Weer eens wat anders.
Wanneer we in de auto zitten, legt hij mijn hand op zijn been en zijn hand op mijn been. Zo rijden we heel Amsterdam door. Zwijgend. Zonder doel. Gewoon omdat het heerlijk is om zo samen te zitten. Dan gaan we richting mijn huis.
Wanneer we op de parkeerplaats staan zeg ik: “Ik ga je niet uitnodigen om mee naar binnen te gaan.” Dat neemt echter niet weg dat we nog zeker een uur in de auto blijven zitten. Maar dan is het genoeg.
“Luister. Onze eerste keer gaat niet in de auto zijn. Dat gebeurt op de juiste plek op het juiste moment. Afgesproken?”
“Afgesproken”, antwoordt hij. En hij laat me met nog wat gesnuffel in mijn nek los.
Onderweg naar binnen loop ik even snel mijn administratie na; twee weken na de eerste app heb ik hem gezien. Dat is inmiddels twee weken geleden. Ik vind twee weken wel een mooi rond getal, dus over twee weken nodig ik hem – onder voorbehoud van goed gedrag – thuis uit.
Als hij werkelijk alleen maar uit is op sex, dan houdt hij een wachttijd van zes weken niet vol volgens mijn berekeningen. Hij mag me, zoals hij beloofde, opeten, maar wel als hoofdgerecht en niet als tussendoortje.
Sophie* (58) is journalist, moeder en columnist bij LINDA.nl. Ze is volop aan het daten en neemt je mee in haar ervaringen met dating-app Tinder. De volgende aflevering verschijnt zaterdag 20 maart om 12.00 uur op LINDA.nl.
Lees ook
‘Al is hij uit op sex. Fantastisch! Ik heb genoeg goeie gesprekken gehad voor dit jaar’