Vanwege mijn recente terugkeer naar ons kleine kikkerlandje, gaan we er een paar dagen tussenuit. Even weer met zijn vieren zijn zonder andere mensen, zonder stress en vooral zonder te hoeven werken.
De bestemming is het immer zonovergoten Appelscha, op de grens van Drenthe en Friesland, maar dan net Friesland.
Alles gaat voorspoedig: het huisje is prachtig, ligt in een bosrijke omgeving en bij aankomst zijn de bedden al voorzien van lakens en dekbedden. Niets voelt zo erg als geen vakantie hebben, als die te moeten beginnen met het opmaken van de bedden.
We eten het lievelingskostje van de kinderen, chili sin carne (gratis tip: doe er een runderbouillonblokje doorheen zodat je het vlees niet mist en echt het idee hebt niet alleen maar bonen te eten), drinken een knisperend glaasje wit en zitten domweg gelukkig te wezen. Maar, vakantie is ook geen vakantie als je niet iets cruciaals vergeten bent om mee te nemen.
Rond half acht maak ik aanstalten om mijn dochters naar bed te brengen. Aangezien mijn liefste altijd weet waar alles ligt, besluit ik al snel aan haar te vragen waar ze de toilettas heeft ingepakt. Zij komt omhoog vanuit de ik-pak-iets-uit-de-ijskasthouding en kijkt me aan met de blik die meteen verraadt dat ik iets fout gedaan heb.
“Die zou jij pakken, dat heb ik je nog gevraagd.” “Nee”, antwoord ik, “je zei: wil jij alles van boven meenemen. Dus ik heb de rugzak en de koffer gepakt. Weet ik veel dat er ook nog een toilettas mee moest?”
“Maar heb je hem wel zien liggen?” Op deze vraag, zo weet ik uit eerdere ervaringen, is geen enkel goed antwoord mogelijk. Als ik nee zeg weet ze dat ik lieg, want hij lag pontificaal in de badkamer en ik heb er zelfs nog wat ingestopt waar ze bij stond. Als ik ja zeg is de volgende vraag waarom ik hem dan niet heb meegenomen.
Ter mijn verdediging voer ik hier graag aan dat mijn vrouw geen grotere hobby heeft dan inpakken voor een vakantie. Ik mag mijn eigen kleding pakken, en de auto indelen, maar dat is het dan ook. Aan de andere kant, alles meenemen van boven is ook alles meenemen van boven, soit.
Voor een schuldvraag hebben we ook geen tijd, want een panische zoektocht leert me dat de plaatselijke drogist van het nabij gelegen Smilde om acht uur, vanwege koopavond, haar deuren sluit. Nog mazzel, want normaal gaan ze om zes uur dicht.
Inmiddels is het kwart voor acht en het is volgens maps elf minuten rijden. Om drie voor acht spring ik uit de auto en word met verbaasde blik begroet door een medewerkster, die net een kar toiletrollen naar binnen aan het rijden is.
“Wij gaan eigenlijk sluiten”, zegt ze vriendelijk. Ik leg de penibele situatie uit en dat ik maar een paar minuten nodig had. Ze ziet de paniek in mijn ogen en niet veel later loop ik met deodorant, tandenborstels, tandpasta en dagcrème dankbaar de deur weer uit. Alles wat we nodig hebben is binnen.
De volgende ochtend blijkt er toch een stuk meer in een toilettas te zitten dan ik dacht. We missen een haarborstel, pleisters, een pincet, tandenstokers en zonnebrandcrème. “Geen probleem, pap”, zegt mijn oudste dochter, terwijl ze haar haren kamt met een pastatang. Wat maakt het ook uit, we hebben vakantie!
