Het waren tien geweldige dagen, en hierna zal ik er ook over ophouden, maar ze zaten er op; mijn vrouw en dochters gingen weer naar huis. Het was tijd om afscheid te nemen.
Alles heeft een einde en een worst wel twee. Deze wijze woorden zijn ontsproten aan het brein van Duitse schlagerzanger Stephan Remmler, die er in de jaren tachtig een carnavalshit mee scoorde.
Maar ondanks dat ik wist dat het er aan zat te komen, viel het me lichtelijk tegen. Het was zo fijn om ze om me heen te hebben, ook al was ik veel aan het werk. Elke ochtend als ik wakker werd, hoorde ik mijn oudste dochter zichzelf en haar zusje voorlezen. De jongste kroop, zodra het volgens het lampje dat om zeven uur groen wordt mocht, bij haar grote zus in bed en die vervolgde het verhaal waar ze gisteren gebleven waren. Terwijl dat een sereen achtergrondgeluid vormde, kroop ik tegen mijn heerlijke vrouw aan. Soms is eenvoud en vertrouwdheid het enige wat je nodig hebt om perfectie te ervaren.
Op de dag van vertrek had ik een draaidag, maar wel één die onderbroken werd door een pauze van twee uur in de middag. Omdat ik het niet zou halen om op tijd weer bij hen te zijn, namen we alvast afscheid toen ik in de ochtend vertrok. Papa stond natuurlijk weer als een klein kind te grienen, maar gelukkig vertelde mijn oudste dochter dat ze me nooit zou vergeten. Toch een fijne opsteker. De jongste had een wat andere boodschap. Ze keek me met een serieuze blik aan en zei toen: “Dag papa, vaarwel.” Door de tranen lachend heen legde ik haar uit dat vaarwel betekent dat je iemand nooit meer ziet en dat dat bij ons niet het geval was.
De opnames verliepen wat sneller dan verwacht en op het moment dat ze in een busje richting vliegveld zouden stappen, appte ik mijn vrouw of alles voorspoedig ging. Ze zei dat het vervoer nog op zich liet wachten, niet ongebruikelijk op de Dominicaanse Republiek, en dat ze nog in het hotel waren. Uit ervaring wist ik dat het zo’n zestien minuten rijden was om daar te komen. Ik ben onderweg, antwoordde ik haar. Zij reageerde dat dat zinloos was, omdat ze zo opgehaald zouden worden. Wie niet waagt, wie niet wint, dacht ik en ik vertrok.
Het verkeer zat mee en twaalf minuten later arriveerde ik aldaar. En wie waren daar precies op dat moment bezig met instappen? Mijn drie meisjes. Als in een film riepen mijn dochters “PAPAAAA” terwijl ze op me afrenden en in mijn armen sprongen. Veel tijd was er verder niet, want alle koffers waren al ingeladen en ook de rest van hun medereizigers zat al, klaar om te gaan.
Snel gaf ik mijn vrouw een kus, alvorens de schuifdeur gesloten werd. Uiteraard stond ik weer te huilen. Gek wat voor een zacht ei het vaderschap van je maakt. Terwijl de bus wegreed, riep mijn jongste dochter uit het openstaande raam: “VAARWEL PAPA, VAARWEL!” Over twee weken reis ik ze achterna en zijn we weer compleet.
