Ik ben nog steeds druk aan het chatten met twee aspirant-minnaars. Een is heel lief en zacht, de ander nogal een mannetjesputter. De laatste heet Sem. Hij is direct, windt nergens doekjes om en ik word hoe langer hoe nieuwsgieriger. Gaat hij degene zijn die mij Mehmet doet vergeten?
Het gaat gelukkig al een stuk beter. Ik ben een stuk rustiger dan toen hij nog om me heen dwarrelde. Altijd afwachten wanneer hij tijd had. Wanneer hij wegging vroeg ik mezelf vaak af of dit de laatste keer was dat ik hem zag. Dat hoeft nu niet meer. Geen hartkloppingen meer, geen anxiety meer, ziezo.
Lucas, die zachtaardige Tindermatch stuurt me foto’s van hem en zijn kindje, of een lief berichtje als hij naar een zakelijk bespreking onderweg is. Elke ochtend een digitaal roosje, elke avond een kusje. Hij heeft echt een grotemensenbaan, dus veel vergaderingen en een grote glimauto van de zaak. Hij ziet er appetijtelijk uit en is 42 jaar. Lucas heeft donker waaibomenhaar en volle lippen. Van Sem heb ik alleen zwart-witfoto’s, een krullenbol en een gespierd lijf. Hij is van mijn leeftijd. Ook wel weer prettig. Kan ik gewoon over Oebele en Kunt U Me De Weg Naar Hamelen vertellen zonder dat iemand me wazig aan staat te kijken.
Lucas doet voorzichtige pogingen om af te spreken, maar ik wil eerst Sem zien. Daar heb ik op zaterdagavond mee afgesproken. Bij hem thuis. In Den Haag.
Hij doet iets met criminaliteit en profiling en ik ga ervan uit dat hij psycholoog is. Misschien dat hij meer van mijn wonderlijk werkende geest begrijpt dan ik.
Wanneer ik zijn straat inrijd bekruipt me al een lichtelijk gevoel van teleurstelling. Het heeft iets armoedigs. En wanneer hij de deur opendoet ben ik nog meer teleurgesteld. Hij is een verschrompelde uitvoering van zijn foto. Veel ouder en petitterig. Ik houd niet van petitterige mannen. Ook zie ik dat hij op blote voeten loopt. Hij heeft rossige krullen met grijs erdoor en ik vind hem een beetje een kruising tussen Catweazle en Pipo de Clown. Vooral zijn loopje doet me aan de laatste denken. Voeten naar buiten met een klein waggeltje.
Blote mannenvoeten, brrr. Zo niet mijn ding! Er is in mijn hele lang-zal-ze-leven maar één man op wiens voeten ik dol was en aan wiens tenen ik zonder schroom sabbelde. Maar aan hem vond ik van top tot teen esthetisch, dus die likte ik gewoon mee in het geheel. Verder ben ik geen aantrekkelijke mannenvoeten tegenkomen tijdens mijn uitgebreid vergelijkend warenonderzoek.
Sem heeft champagne voor me gehaald en vegan snackjes, wat me overhaalt niet direct rechtsomkeer te maken. We kletsen wat, de champagne is heerlijk en dan voelt hij zich vrij genoeg om mij te bekennen dat hij seksueel dominant is. Ik antwoord dat ik dat niet onaantrekkelijk vind. Hij is in zijn nopjes. Zo’n voorgevoel had hij al. Daarom liep hij op blote voeten. Als ik nu voor ik wegging zijn voeten zou kussen als teken dat ik hem als Dom accepteer. Dat leek hem een puik idee.
Mijn champagne blijft wat in mijn mond kabbelen, ik ben bang als ik het doorslik dat ik me verslik. Wordt hij mijn Bassie en ik zijn Adriaan? Dacht het niet. Dus al gorgelend met mijn bubbels, breng ik een verbaasd ‘hmmm’ uit. Hij vat dat op als een voorzichtige instemming en vertelt honderduit over zijn dates, over zijn ex die superonderdanig was en hoe heerlijk en blabla.
Hij neemt nog een slok van zijn champagne, kijkt me aan en laat dan een boer. Als epiloog van zijn relaas. Ik ben verbijsterd. Van mij mag je van alles en nog wat laten waaien, maar niet op een eerste date! ‘Excuse you?!’, zeg ik. Maar in plaats van zijn excuus aanbieden, beantwoordt hij mijn afkeurende blik met: ‘Wat nou? Dit is míjn huis, ik laat een boer wanneer ík wil!’
Dit is mijn cue. ‘Tuurlijk joh. Doe dat vooral’, zeg ik terwijl ik mijn tas pak en opsta. ‘Het ga je goed.’ Hij doet nog een halfslachtige poging mij tegen te houden, maar hij ziet er zo clownesk uit dat ik hem lachend aankijk: ‘Really?’ En hij laat los.
Eenmaal in de auto zie ik dat hij me belt, maar hij gaat direct op de block.
Wat een flapdrol. Wat een parels voor de zwijnen. Ik was nog wel zo goed gelukt vandaag! Speciaal mijn dure Dior-mascara opgedaan. Wat een zonde van de zaterdagavond. Dan, eenmaal op de snelweg, tik ik zonder na te denken het nummer in van Lucas. Ik bel een vent nooit uit mezelf, maar ineens heb ik er zo’n poep aan! Lucas neemt op. ‘Sophie?’, vraagt hij aarzelend.
‘Jazeker. Heb je wat te doen nu?’, vraag ik voortvarend.
‘Nee’, antwoordt hij. ‘Wil je me zien?’
‘Ja.’
Hij is overdonderd en blij en lief, en een uur later draai ik het parkeerterrein op bij een bekend hotel in ’t Gooi. Daar woont hij in de buurt.
Hij staat al te wachten. Ik kan mijn ogen niet geloven. Hij is lang en knap en tien keer leuker dan op de foto. Een prins in een Tesla.
Ik stap uit en hij pakt mijn hand. ‘Ik kan bijna niet geloven dat ik je in het echt zie!’, zegt hij. Poepoeh. Het universum had na die Pipo de Clown van vanavond een douceurtje voor me in petto. En wat voor een!
Een kleine misrekening echter, de cafés sluiten om tien uur, dus we kunnen nergens meer naartoe. Lucas was gelukkig beter bij de les en heeft onderweg een fles wijn weten te scoren en plastic bekertjes. En zo zitten we in zijn heerlijke auto met open dak onder de sterrenhemel. ‘Wat goed dat je belde Sophie. Echt ongelooflijk’, zegt hij terwijl hij mijn hand pakt.
Het enige wat ik denk is: Sapperdeflap!
