Tot een jaar of wat geleden was ik nog in zalige onwetendheid van het bestaan van ‘Peppa Pig’. Maar toen kreeg ik twee kinderen. En hoewel we ons aanvankelijk hadden voorgenomen om die voorlopig vooral geen tv te laten kijken – onze kinderen zouden alleen zelfgemaakte hapjes krijgen, spelen met uitermate verantwoord en duurzaam houten speelgoed in pasteltinten en zichzelf leren vermaken in plaats van achter een beeldscherm te gaan hangen – bleek dat al snel een bespottelijk idee geweest.
Er zullen best ouders zijn die dat allemaal wel lukt hoor, maar wij bleken niet zulke ouders te zijn. Het was al druk zat met twee baby’s, ik had helemaal geen tijd (of zin) om zelf een maaltijd te pureren die vervolgens toch grotendeels werd uitgespuugd. De baby’s in kwestie vonden felgekleurd lawaaiplastic daarnaast veel leuker dan het verantwoorde houten speelgoed – waarmee ze me bovendien regelmatig keihard op mijn hoofd timmerden.
En in dat tv-verbod kwam ook al snel de klad. Je wil als moeder zijnde ook wel eens rustig even plassen of een broodje eten zónder gillende kinderen aan je rokken en daarbij kwam Peppa Pig uitermate goed van pas. Wel jammer: die Peppa bleek een uitermate irritant meisjesvarken. Streberig, vervelend tegen haar kleine broertje George en altijd wat te klagen.