Meisjes en jonge vrouwen voelen zich wereldwijd ondervertegenwoordigd in de politiek. Ze voelen zich buitengesloten en vinden dat politici hun belangen nauwelijks vertegenwoordigen.
Dat blijkt uit onderzoek van Plan International in aanloop naar Wereldmeisjesdag van de Verenigde Naties op 11 oktober.
Wereldwijd is slechts 11 procent tevreden met de beslissingen van hun leiders over kwesties waar ze om geven. In Nederland voelen jonge vrouwen zich wat dat betreft met 21 procent iets beter gerepresenteerd. Plan International vroeg bijna 29.000 meisjes en vrouwen van 15 tot 24 jaar van over de hele wereld naar hun politieke participatie.
Zij kwamen uit 29 verschillende landen waaronder Peru, Canada, Benin en Japan. In Nederland telde de rondvraag duizend deelnemers.
Meisjes en jonge vrouwen vinden deelname aan politiek belangrijk. Bijna alle ondervraagden (97 procent) zijn politiek actief. Ze ondertekenen bijvoorbeeld petities, nemen deel aan schoolraden of zijn lid van jongerenorganisaties. Ze interesseren zich het meest voor vraagstukken over armoede, werkloosheid, milieu, onderwijs en gezondheid.
In Nederland vinden de ondervraagden klimaatverandering en mentale en fysieke gezondheid ook een belangrijk politiek aandachtspunt.
Agnes Samuel, voorvechtster vrouwen in politiek, wint emancipatieprijs
Ondanks hun interesse ervaren de jonge vrouwen barrières om daadwerkelijk politiek actief te zijn. Zo zien veel samenlevingen de politiek als ongeschikt voor vrouwen, en zeker voor jonge vrouwen. Op hen wordt vaak neergekeken en de ondervraagden zeggen dat anderen denken dat ze niet genoeg kennis of vaardigheden hebben. Ze zien dat vrouwen vaker geïntimideerd en meer beoordeeld worden op hun uiterlijk of kleding dan mannelijke politici of activisten.
Jonge vrouwen hebben ook weinig rolmodellen. Slechts tien landen in de wereld hebben een vrouwelijke regeringsleider en maar 26 procent van de nationale parlementariërs is vrouw, 1 procent van hen is jonger dan 30 jaar.
“Hun politieke deelname, zelfs als de deur voor hen openstaat, is vaak symbolisch en hun bijdragen zijn niet op een zinvolle manier geïntegreerd”, ziet directeur Stephen Omollo van Plan International. “Dit betekent dat zoveel beslissingen die van invloed zijn op hun heden en hun toekomst, vóór jongeren worden genomen in plaats van met hen.”
Om dat recht te zetten moet er volgens de ontwikkelingsorganisatie meer gebeuren om meisjes en jonge vrouwen te steunen om van invloed te kunnen zijn op hun gemeenschap en land. Zo moeten overheden en socialmediabedrijven voor meer veiligheid zorgen en geweld aanpakken.
Nationale en lokale overheden moeten ervoor zorgen dat meisjes en vrouwen veilig kunnen deelnemen aan de politiek en dat ze daadwerkelijk invloed hebben. Ook zouden ze de kans moeten krijgen leiderschapskwaliteiten te ontwikkelen.
Kamala Harris schrijft geschiedenis als eerste vrouwelijke vicepresident: 'De eerste, maar niet de laatste'
