Ik ben Tinder-moe. De bonte stoet van paradijsvogels die in mijn Tinder-balboekje staan en inmiddels voorbij zijn getrokken, blijken geen van allen wat ik zoek. Ik heb nog wat matches uitstaan, maar ik heb niet eens zin om de ‘Hi Sophies’ te beantwoorden.
Ook niet die van ene Willem-Jan. Een blonde Viking met wilde krullen tot op zijn schouders. Hij is 48, vegetariër, woont half in Nederland en half in Italië. Ik krijg tussendoor nog wel steeds berichtjes van de onderdanige Michael, die mijn voeten wil masseren en kussen, maar ik houd op een tactische manier de boot af. Ik wil ‘m een zachte landing geven.
Ik denk erover om mijn hele Tinder-account op te heffen. Ik klik de ‘Hi Sophie, nice match’ van Willem-Jan weg. Echter, twee dagen later stuurt hij weer een berichtje: ‘Hi Sophie, hoe gaat het met je?’ Ik vind het altijd een beetje een vreemde vraag voor mensen die elkaar niet kennen. Want wat kan het je schelen hoe het met me gaat. En al zou het niet goed gaan, wat verwacht je dat ik zeg?
‘Nou, niet zo best, heb enorme last van obstipatie. Maar hoe gaat het met jou?’ Uiteindelijk was zijn openingszin het keurige: ‘Nice match’ en het ‘Hoe gaat het’ een tweede por. Dus niet zeuren. De aanhouder. Hij wint en ik stuur terug. ‘Goed. En met jou?’
We chatten wat over en weer en hij vraagt al snel: ‘Ik ben nu in Nederland. Heb je morgen zin in koffie?’ Heel voortvarend, maar ik haat het om overdag af te spreken. Zo onromantisch. Op mijn leeftijd gedij je het best bij kaarslicht, dus als ik al wat afspreek moet dat ’s avonds zijn. Daarnaast, ik houd er niet van gekeurd te worden tijdens een kop koffie. Als je iets in me ziet, maak je in elk geval een hele avond voor me vrij. Liefst in het weekend, een indicatie dat je niet getrouwd bent. Een getrouwde vent kan in het algemeen op zaterdagavond lastig afspreken. ‘Nee, helaas. Ik kan morgen niet’, jok ik.
‘Oh jammer’, antwoordt hij. ‘Kan ik je bellen?’ Dat kan en even later voegt hij de daad bij het woord. En dan… hoor ik de meest sexy stem die je je kunt indenken. ‘Haaai, met Willem-Jan.’ Ietwat bekakt – ik verdenk hem van een zegelring met familiewapen – rustig, en het eind van zijn zin loopt qua toonhoogte naar beneden. Hij vertelt dat hij een bedrijfje in Italië heeft dat biologische producten exporteert naar Nederland: olijfolie, wijn, Italiaanse kaas. Daarom is hij twee weken per maand hier en twee weken in Italië. Hij woont in een voorstadje van Milaan. Ideaal zo’n man! Juich ik op de zaken vooruitlopend.
Voor we het weten zitten we anderhalf uur aan de telefoon. Ongelooflijk met iemand die je nog niet kent. Het is dinsdag en hij vertelt dat hij zondag weer naar Italië vertrekt voor twee weken. Daarom wilde hij al zo snel koffiedrinken, want hij weet niet of hij tijd kan vrijmaken voor hij vertrekt. Het weekend gaat hij namelijk een ayahuasca-sessie doen. ‘Dat doe ik zaterdag overdag, maar ik weet niet of ik dan ’s avonds in de stemming ben om gezellig met jou wat te drinken’, legt hij uit. ‘Schijnt namelijk heel heftig te zijn.’ De week vooraf leef je op soep en water zodat je clean de sessie ingaat.
Ik ben er niet heel bekend mee, maar Willem-Jan legt uit dat ayahuasca een Zuid-Amerikaanse soort heilige thee is, gemaakt van twee verschillende planten. Van het stofje dat daarin zit ga je hallucineren. Of beter gezegd, je krijgt visioenen als een soort kijkje in de ziel. Het kan volgens Willem-Jan bijvoorbeeld helpen als je depressief bent, verslaafd, een angststoornis hebt en ander soort geestelijk leed. Hij doet het om dichter bij zijn gevoel te komen. Dat kan ik alleen maar toejuichen. Als hij in het echt net zo leuk is als zijn stem, laat hem dan vooral veel gevoel hebben.
De volgende dag belt hij weer, en de dag daarna en daarna. En elke keer praten we minimaal een uur met elkaar. Waarover? Waarover niet!? Voor die zaterdagavond houdt hij de hele week een slag om de arm, maar op vrijdag zegt hij: ‘Ik wil je morgenavond zien. Ik wil niet terug naar Italië en twee weken wachten zonder je gezien te hebben.’ En het lijkt alsof deze kikker weleens, heel eventueel en heel misschien, de prins zou kunnen zijn.
Sophie (58, pseudoniem) is journalist, moeder en columnist bij LINDA.nl. Ze is volop aan het daten en neemt je mee in haar ervaringen. De volgende aflevering verschijnt zaterdag 10 oktober om 12.00 uur op LINDA.nl.
Lees ook
‘Ik houd van een mannenman, die eerder dominant is dan onderdanig’