Julia

‘Mijn moeder (en oma) zeiden altijd: “Poezelampère van de kladoede.” En als ik zei dat ik honger had, zeiden ze: “Vreet maar een clivia.”‘

Jacomijn

‘Hussemussemetjeneusertussen of (op zijn Brabants) slaai-meei-aai-meei-juin-meei-erepel.’

Lees ook
Van je ouders moet je het hebben: 8 x dit maakten zij jullie als kind wijs

Monique

‘Mijn moeder zei vaak: “Gatver!” Want op alles wat ze zei, zeiden wij: “Gatver!” Dus sloeg ze wat we aten over, en zei ze direct: “Gatver!”‘

Joyce

‘”Je hoofd”, hebben mijn jongens jarenlang aangehoord. Nu zegt mijn schoondochter dat ook, tot grote ergernis van mijn zoon.’

Bianca

‘Blote kindertjes in het gras, oftewel: witte bonen met snijbonen.’

Marieke

‘”Wat de pot schaft en anders eet je lekker niet.” Of: “Een drolletje aan een draadje.”‘

Annemieke

‘Mijn moeder zei altijd: “Stront met streepjes en gouden reepjes.” Geen idee waar dat vandaan komt.’

Sandra

‘Als ik dat vroeg, aten wij steevast “stopnaaldensoep en stampot veldmuizen”. En het was altijd lekker.’

Brenda

‘”Springend hert”, hoef je ook geen borden af te wassen.’

Lees ook
Blijft leuk: 6 x lollige en herkenbare WhatsAppgesprekken met jullie kinderen

Nathalie

‘Mijn vader zei altijd: “Ankie.” En als je dan vroeg: “Wat is dat?”, dan zei hij: “Een drol op een plankie.”‘

José

‘Als ik vroeg wat we aten, zei mijn moeder: “Nijfjes.” En ik vroeg dan: “Wat zijn dat?” Antwoordde mijn moeder: “Olifantenlullenschijfjes.”