Het was tijd voor de eerste kijkdag van ons huis. Vanaf half tien zouden er in twee uur tijd twaalf afspraken staan met mogelijke kopers.
Aangezien ik pas om tien uur richting mijn werk moest, besloot ik de auto iets verderop in de straat te zetten met goed uitzicht op mijn voordeur.
De neus moest richting het huis staan, want door de achterruit kon ik niks meer zien. Ondanks het hier eerder benoemde huren van een opslagruimte zat de auto tot de nok toe vol. Enerzijds met spullen die we dagelijks nog nodig hadden gehad en anderzijds met dingen die ik vergeten was weg te halen, maar op het laatste moment toch een doorn in het oog bleken. Zodoende zal ik vandaag rondrijden met ons kruidenrek achter de voorstoel, de kattenbak, een verhuisdoos vol met flessen sterke drank en twee koffers gevuld met allerhande meuk.
Al om kwart over negen komt de eerste geïnteresseerde aanfietsen. Een man met een gele muts. Hij is vast, net zoals wij zes jaar geleden, woonachtig in Amsterdam en op zoek naar iets groters nu de volgende fase van zijn leven zich heeft aangediend.
Al snel valt me een stel op, dat met gespannen gezichten al drie keer langs en rond het huis is gelopen. Vast kijkers die aan de vroege kant zijn.
Ook een stel op deelscooter met scheefzittende helmen meldt zich en parkeert op de oprit. Hij zegt iets tegen haar en aan haar harde lach te zien is het behoorlijk grappig. Van iedereen die aankomt doe ik uiteraard gedetailleerd verslag aan mijn vrouw, die aan het werk is.
De volgende die arriveert is een fout uitziende man in dito grote Mercedes, die al bellend uit de auto stapt en zelfs aanbelt. Vast een speculant die het wil kopen, verbouwen en weer verkopen voor de winst. Ik hoop meteen dat hij niet het hoogste bod zal hebben. Liever gaat het naar mensen die hier met net zoveel plezier en liefde wonen als wij hebben gedaan. Inmiddels ziet het eruit alsof we een feestje geven, gezien het aantal fietsen voor de deur.
De man met de gele muts vertrekt weer, maar ZONDER muts! Mogelijk is hij hem vergeten en zijn wij een muts rijker, al is geel niet echt mijn kleur. Het dolende stel belt uiteindelijk toch aan en wordt door de makelaars binnengelaten.
De fout uitziende man rookt, na buitenkomst, met de deelscooteraars een sigaretje voor de deur. Ze staan te lachen en kletsen alsof ze elkaar al jaren kennen. Daarna stappen ze op de scooter en rijden weg, de man met losse helmclip. Nog steeds ben ik door niemand gespot. Dat deel ik met gepaste trots mede aan mijn lief, ik voel me James Bond light.
Hoe leuk dit ook is, het is tijd om te vertrekken, want de plicht roept. Bij elke bocht die ik neem rinkelen achter mij vrolijk alle kruidenpotjes in het rek tegen elkaar aan. Vier dagen later is het huis verkocht. Niet aan de man met de gele muts overigens, en ook zijn muts kwam ik nergens tegen, noch aan de vermeende speculant.
