Bijna op de dag af twee jaar geleden schreef ik op deze plek mijn eerste LINDA-column. Het leek mij grappig om af te tellen naar mijn vijftigste verjaardag, negen maanden later. Ik had niet veel hoop dat het me in die tijd ging lukken om mijn shit een beetje voor elkaar te krijgen (dat moet als je vijftig bent), maar ik kon het in ieder geval proberen.
Een paar weken na mijn verjaardag mailde ik naar de LINDA’ s. ‘Eh, ik ben nu vijftig. Er valt niets meer af te tellen. Wat moet ik nu?’
‘Schrijf maar lekker door’, antwoordden ze. Gelukkig maar, er viel nog voldoende te stuntelen.
Vandaag, in mijn allerlaatste column, is het tijd om de balans op te maken. Nee, ik ben nog steeds geen Emotioneel Stabiele Verantwoordelijke Volwassene. Maar ik ben me in de afgelopen twee jaar gaan realiseren dat ik dat op mijn tachtigste en honderdste waarschijnlijk ook nog niet ben. En dat besef vind ik verdomd volwassen van mezelf.

Toch heb ik heus wel grote stappen gezet in de afgelopen twee jaar. Ik ben veel minder bang voor post. En ik leeg mijn brievenbus minstens één keer in de vijf dagen – bewijs dat ik mijn shit wel ietsje meer op orde heb dan eerst. In ieder geval op administratief gebied. Rekeningen storneren zelden meer en de Belastingdienst houdt inmiddels van me.
Helaas heeft het verval ook grote stappen gezet. Ik schreef het in een van mijn eerste columns al: na ongeveer je zevenenveertigste gaat het ineens onevenredig snel met die losse huid en rimpels, er is geen kruid tegen gewassen. Inmiddels weet ik dat je na je vijftigste helemaal in een vrije val terechtkomt. Als ik op mijn horloge kijk, ziet de huid van mijn arm er precies zo uit als het gezicht van Magda uit B&B vol Liefde. Ik vind het nog steeds oneerlijk en een nationale ramp, maar probeer me in ieder geval bij de dingen waar ik niks aan kan doen – die huid! – neer te leggen.
Ik bijt veel meer van me af dan toen mijn leeftijd nog met een vier begon. Niet op een Karen-manier – alhoewel mijn bovenbuur-debacle van een paar weken geleden anders doet vermoeden – maar ik stel in ieder geval grenzen. Trek stekkers uit situaties waar ik buikpijn van krijg. In de afgelopen vierentwintig uur heb ik een schoonmaakster ontslagen, afscheid genomen van drie boekhouders én een vervelende opdrachtgever.
Zonder met m’n ogen te knipperen heb ik prille relaties de nek om gedraaid in plaats van weken of maanden uit beleefdheid of je-kan-niet-weten te laten doorsudderen. Ik heb mannen in het allereerste datestadium vriendelijk doch rücksichtslos gecanceld zonder de deur op een kiertje te houden omdat ik het zielig vond. Ik heb onderhandeld met zakenrelaties en meer geld gekregen. En ik heb ‘nee’ geantwoord als ik eigenlijk vond dat ik ‘ja’ moest zeggen omdat men me anders niet aardig zou vinden.
Vorige week vroeg iemand me hoe oud ik was. Zonder na te denken zei ik tweeënvijftig. Pas na drie minuten realiseerde ik me dat ik dat pas over een halfjaar word. Blijkbaar heb ik het toch wel een klein beetje omarmd.
Want één ding is niet veranderd: mijn liefde voor het cliché: ‘je kan het maar beter wel worden dan niet’.
Blijf mij gezellig volgen op Instagram @suusruis.
Het beste van LINDA. direct in je mail? Meld je aan voor onze nieuwsbrief.
''Klussen is prima, maar niet na tien uur' zei ik, verderop uit de gang klonk: 'Houd je bek''