Journalist, columnist en (scenario)schrijver Suus Ruis wordt volgend jaar 50. En hoewel je dat getal als vrouw tegenwoordig dient te omarmen, omarmt Suus helemaal niks.
Vanaf deze week schrijft Suus tweewekelijks een column voor LINDA.nl en telt ze af naar haar vijftigste verjaardag. Ze vertelt over haar jeugd, haar vlucht naar Amsterdam – en terugkeer naar het Gooi – en haar vader Willem Ruis.
Suus Ruis, onze nieuwe columnist. Wie is Suus Ruis, eigenlijk?
“Dat is wel direct een lastige vraag. Nu wil ik natuurlijk een intelligent antwoord geven, maar het eerste wat in me opkomt is toch: moeder van de 15-jarige Caesar, dan een tijdje niks en daarna: alleenstaand, al een jaar of zes, goede zus van Eva en Nicolas, lieve vriendin van mijn vrienden en vriendinnen, hoop ik, journalist/schrijfster, grappig, ambitieus, altijd vol creatieve ideeën, beetje warrig en nog steeds op zoek naar wat ik nou precies wil in dit leven.”
In het jubileumnummer van LINDA. dat nu in de winkel ligt, schreef je een stuk over je angst voor Grote Feesten. Dat je, terwijl je over een jaar 50 wordt, nog altijd bang bent om alleen in een hoekje te komen te staan en niemand tegen je praat. Ben je echt zo onzeker?
“Vijf jaar geleden schreef ik voor LINDA. ook een stuk met als titel: Sorry dat ik besta. En natuurlijk is het allemaal een beetje uitvergroot, maar ja, ik ben nog steeds wel een beetje onzeker. Al merk ik dat ik steeds meer schijt krijg aan wat andere mensen van me vinden en over me denken.”
Hoe uit zich dat?
“Ik probeer me niet te conformeren aan de massa. Houd bijvoorbeeld van gekke kleren met felle kleuren, een spijkerjack met Super Mario-applicaties, een glitterlegging van Wolford met nogal opvallende cowboylaarzen eronder, knalblauwe oversized colberts en fluoriderende oranje mutsen. Mijn zoon schaamt zich af en toe kapot voor me: ‘Waarom kun je niet gewoon een zwarte jas kopen, zoals normale vrouwen.'”
Terwijl je bent opgegroeid in het Gooi. Jouw kledingsmaak klinkt niet als passend bij een Gooisch meisje?
“Niet hoe ik me kleed, alhoewel ik een innige liefde heb voor de kleding van Pauw – toch wel een beetje Gooisch. Maar verder ben ik wel een klein beetje een Gooisch prinsesje, hoor. Ik houd erg van mooie spullen voor in huis, van goed en duur eten en dito wijn, en als je me nu zou vragen waar ik mezelf over vijf jaar zie, dan doemt toch die villa in Hilversum aan de bosrand op, plus die zwarte Range Rover voor de deur.”
Wie zijn je ouders en heb je een goede band met ze?
“Ineke Mulder en Willem Ruis. Met mijn moeder en mijn stiefvader, met wie ze al sinds de jaren 80 samen is, ben ik heel close, we zien elkaar vaak. Mijn vader Willem is in 1986 op 41-jarige leeftijd in ons appartement in Spanje aan een hartaanval overleden.”
Jouw vader was in zijn tijd een BN’er, toch?
“Ja. Hij was een televisiepresentator, en voor zijn tijd heel vernieuwend. Als je hem googelt, popt hij direct op. Hij presenteerde grote televisieshows waarin hij zelf ook danste en zong. Dat was tot die tijd nog door niemand gedaan. The sky was the limit voor hem, het kon niet groot genoeg en niets was te gek. Ik denk dat ik dat van hem heb. Tot twintig jaar geleden kende iedereen hem, net als Matthijs van Nieuwkerk nu. Hij stond in de roddelbladen, was enorm populair. De huidige generatie dertigers heeft geen idee wie hij was.”
Vind je dat erg?
“Nee, ik vind het wel fijn. Het geeft mij meer autonomie, ik kan meer mijn eigen persoon zijn. Zijn bekendheid heeft tot een flink aantal jaar na zijn dood en aan het begin van mijn loopbaan natuurlijk wel aan me gekleefd.”
Had je wel een fijne jeugd?
“Als jong kind natuurlijk wel. Het heeft zo z’n voordelen, een bekende vader hebben. We gingen geregeld met hem mee naar filmpremières, zaten vooraan bij zijn televisieshows. Zijn manager, John de Mol, regelde dat een feest voor de Dolly Dots – onze 80’s-idolen – ter gelegenheid van hun eerste nummer-1-hit, om 18.00 uur begon zodat wij ernaartoe konden.
Alles veranderde toen ik 8 jaar was en mijn ouders uit elkaar gingen. Dat werd een heel nare en pijnlijke vechtscheiding. Mijn zusje en ik bleven bij mijn vader wonen terwijl mijn 5-jarige broertje bij mijn moeder bleef. Het was altijd op eieren lopen. Dat alles is natuurlijk behoorlijk traumatisch geweest.”
Dus vluchtte je op je achttiende naar Amsterdam.
“Ja, weg uit het Gooi waar al die nare herinneringen lagen. Ik ging rechten studeren, maar maakte er een potje van. Ik kon helemaal niet met al die vrijheid omgaan. Ik hing elke week in de kroonluchters tot vijf uur ’s ochtends, en al snel zag ik de noodzaak van colleges volgen niet meer. Bovendien zat ik psychisch natuurlijk behoorlijk in de knoop door alles wat ik had meegemaakt. Ik ben heel lang in Amsterdam blijven wonen, het is nog steeds mijn stad. Ik woon pas sinds een paar jaar weer in het Gooi.”
Na die niet helemaal geslaagde studie ging ook jij in de film- en televisiewereld werken.
“Dat was natuurlijk een wereld die me bekend was en waar ik veel mensen kende, maar het viel in het begin helemaal niet mee. Mensen hadden toch het idee dat ik overal binnenkwam omdat ik een bekende vader had gehad, terwijl je als kind van een BN’er juist extra hard moet werken om te bewijzen dat je ook iets kan.”
Dus je moest van onder af aan beginnen?
“Ja, ik heb allerlei baantjes gehad. Office-assistent, productieassistent. Gewoon consumptiebonnen knippen en opnameschema’s faxen. Knetterhard gewerkt, vaak 14 uur per dag, tot ik uiteindelijk was uitgegroeid tot productieleider van grote programma’s als Domino Day en de Staatsloterijshow. Een toptijd. Ik ontmoette bij Domino Day mijn man, die daar hoofd Licht was. Op mijn 33ste werd ik moeder van Caesar, toen hij een paar maanden oud was, trouwde ik met zijn vader.”
Naast al dat harde werken, en moeder worden, schreef je ook nog een boek.
“Ja, ik heb schrijven altijd heerlijk gevonden. In 2008 kwam mijn roman Tweede Viool uit. Over de raadselachtige verdwijning van een immens populaire showmaster. Ik had de rechten nog uitonderhandeld in het kraambed, en het boek werd best een aardig succes. Toen zei een vriendin van me: als je nou een beetje gaat schrijven voor tijdschriften, en af en toe een boek uitbrengt, dan kan je daarnaast lekker voor Caesar zorgen. Dat leek me wel wat, want minder gaan werken in de baan die ik gewend was bij televisie, was natuurlijk niet im frage met een kind. Veel te druk.”
En toen gingen je man en jij uit elkaar.
“Ik wil er niet te veel over zeggen omdat het al zo lang geleden is en we nu goede vrienden zijn, we gaan zelfs af en toe met z’n drieën op vakantie. Maar het was niet makkelijk. Ineens moest ik voor mezelf en mijn zoon zorgen. Gelukkig ging dat schrijven hartstikke goed. Boeken – ik bracht na Tweede Viool nog een tweede roman uit en een verzameling humoristische columns over het moederschap – interviews, verhalen, scenario’s, ik doe het allemaal en ik vind het heel leuk.”
En nu dus een column op LINDA.nl Wat ga je allemaal met ons delen?
“Als ik om me heen kijk naar vrouwen zoals ik, die de 50 naderen, ik word het over 9 maanden, dan lijkt het alsof zij allemaal het ouder worden hebben omarmd, dat ze een fantastisch leven leiden en dat dat na je vijftigste alleen maar beter wordt. Alsof zij het licht hebben gezien terwijl ik nog steeds enorm worstel.”
Waarmee dan?
“Nou, ten eerste vind ik 50 enorm oud klinken. Ik voel me nog hetzelfde als toen ik 30 was. Ten tweede heb ik last van het lichamelijk verval dat onherroepelijk is ingezet. Verder heb ik mijn zaakjes nog steeds niet op orde terwijl ik het gevoel heb dat ik dat wel voor elkaar zou moeten hebben: mijn financiën, mijn huishouden, mijn gevoelsleven, mijn liefdesleven, de lijst is lang. Dat allemaal en nog veel meer wil ik graag met de lezers delen op een vrolijke, mezelf niet al te serieus nemende toon, die hopelijk voor veel vrouwen herkenbaar is.”
De eerste column van Suus komt 29 september 2023 online.
