We gingen met zijn vieren op vakantie. Vrouw, dochters en ik. Aangezien we vorig jaar in mei twee weken hadden zitten rillen in de regen in Italië, besloten we dat we nu gegarandeerd zon wilden.
Het werd Bonaire. In het vliegtuig leest de vrouw naast me De Paardenkrant.
Hoewel dat klinkt als een tijdschrift voor meisjes van elf, is zij minimaal vier keer die leeftijd en heeft het de opmaak van een echte krant. Een beetje zoals het lokale sufferdje, Weekblad van Waddinxveen, dat vroeger wekelijks werd bezorgd in het dorp waar ik woonde. De ondertitel is: onafhankelijk nieuwsblad voor sport en fokkerij. Aandachtig zit ze een artikel te lezen over hoe fokken en dierenwelzijn hand in hand kunnen gaan. Haar hele zijn straalt uit dat ze een groot rijbewijs heeft, iets wat me geenszins onhandig lijkt als je in de paarden zit.
Aan de andere kant zit een man als een bezetene kruiswoordpuzzels, sudoku’s en woordzoekers te maken. Hij begint de vlucht met het uit het plastic halen van een stapel boekjes en aan het einde van de vlucht heeft hij ze allemaal uit. Hij heeft dan ook, tussen het voor iedereen hoorbaar en constant afgesnauwd worden door zijn vrouw, niets anders gedaan gedurende een uur of acht. Hij kijkt erg ongelukkig.
Na zes uur en zeventien minuten vliegen, en het kijken van twee films, verveelt mijn vrouw zich dusdanig dat ze besluit dat mijn wenkbrauwen dienen te worden gesnoeid. Niet binnenkort, maar nu.
Even probeert ze het met haar vingers, bij gebrek aan pincet, maar aangezien ze voor vertrek haar nagels heeft geknipt en gelakt, je wilt immers niet als een slons aan het zwembad liggen, krijgt ze geen grip op de wildgroei aan haren. Haar ongeduld maakt dat ze uiteindelijk mijn hoofd richting haar mond dirigeert en de ergste units met haar tanden verwijdert. Een compleet verlies aan decorum maakt zich van haar meester. En passant kreeg ik ook nog een kusje. Deze keer gelukkig zonder haar tanden.
Bij het diner – kip of pasta zoals altijd – drink ik een witte wijn. Chenin Blanc uit Zuid-Afrika. Maar gebotteld in Frankrijk. Vervolgens naar Nederland getransporteerd en door mij geconsumeerd vlak voor Bonaire. De wijn had een indrukwekkendere reis dan ik,
De piloot had er ook duidelijk zin in, want hij kondigde aan dat we een quiz gingen doen. Met het hele vliegtuig welteverstaan. Iedereen die zin heeft om mee te doen, mag een inschatting maken hoeveel vlieguren de hele crew in totaal bij elkaar heeft gespaard in hun carrière. Er zijn in totaal twaalf bemanningsleden, waarvan drie piloten. Degene die het dichtst bij het goede antwoord zit wint een prijs die later bekend wordt gemaakt. Nou ben ik van de school winnen = winnen dus doe ik navraag bij een stewardess. Hoe lang ze al vliegt en hoeveel vlieguren ze daarmee vertegenwoordigt. Daarna bedenk ik wat ongeveer het gemiddeld dienstverband zou zijn en zo kom ik tot de schatting van gemiddeld tienduizend vlieguren per lid van de bemanning. Om het af te ronden maak ik er 121.000 uren van.
Het juiste antwoord blijkt 8700 uren meer en een vrouw op rij achttien gaat er met de prijs vandoor. Wat dat is? Zo’n huisje met jenever erin, wat je krijgt als je in de business class vliegt. Toch jammer.
Maar het maakt wel dat de tijd sneller gaat. Voor ik het weet, wordt de daling ingezet en kan de vakantie beginnen.
