Zoals ik hier vorige week al beschreef, is mijn gezin me komen opzoeken tijdens mijn twee maanden verblijf in het buitenland. In de tijd dat ze hier zijn werk ik gewoon door, maar het is een onbeschrijfelijk geluk om ze om me heen te hebben.
De knuffels en kusjes vliegen me om de oren. In mijn afwezigheid vermaken zij zich in het hotel.
Zoals in vrijwel elk groot resort heb je hier vroeg in de ochtend de welbekende handdoekenleggers. Mensen die voor dag en dauw opstaan om een goed plekje aan het zwembad te bemachtigen. De gedachte dat mensen op vakantie elke dag een wekker zetten voor iets onbenulligs als waar je de plek liggend gaat doorbrengen, is iets waar ik altijd erg vrolijk van word.
Het hotel heeft daar echter iets op bedacht: de zogeheten poolmanager. Als je langer dan een uur niet op of rond je bedje gezien wordt, gaan je handdoek en eventuele spullen er af en komt er een nieuwe handdoek opgerold voor terug. Dit om te voorkomen dat bedden de hele dag bezet gehouden worden, maar niet worden gebruikt. Voor de mensen die wel lekker uitslapen is het ook handig. Ligt er een opgerolde handdoek, dan betekent dit dat het ligbed vrij is.
Op mijn vrije dag komen we na de lunch rond twee uur aan bij het zwembad. We zien vier plekken vlak aan het zwembad beschikbaar, waar we ons installeren. We zwemmen, zonnen, zwemmen en drinken een piña colada. Om kwart over vier, oftewel een dikke twee uur later komt er een vrouw van middelbare leeftijd schreeuwend aan bij het zwembad. Ze begint onze spullen weg te halen en schreeuwt in het Spaans dat we dieven zijn. Ik leg haar uit dat de plekken onbezet waren en er helemaal geen spullen lagen. Gelukkig spreek ik haar taal enigszins en uit haar woorden maak ik op dat dit haar plekken zijn, want ze ligt al vijf dagen precies hier!
De zwembadmanager heeft, net als de rest van het zwembad, inmiddels kennis genomen van haar tirade en komt rustig aanlopen. Ze is kennelijk dit soort boze mensen wel gewend en totaal niet onder de indruk. Ze zegt dat haar eigendommen keurig verzameld zijn en dat ze sinds zeven uur die ochtend plekken bezet hield die ze niet gebruikte.
Soy la reina de Argentina!, foetert de vrouw. Oftewel: ik ben de koningin van Argentinië. Hier kunnen zowel de zwembadmanager als ik onze lach niet meer inhouden. Niet alleen is Argentinië helemaal geen monarchie, maar als je echt de koningin van een groot Zuid-Amerikaans land zou zijn, dan gaat er iets goed mis als je in een all inclusive hotel tussen het gewone volk gaat zitten.
Ze vangt desondanks bot bij de manager, steekt haar middelvinger naar ons op, zoals het een vorstin betaamt en een mooie variant op “even wuiven”, en vertrekt naar één van de vele andere bedden die gewoon leeg zijn. En áls er al een koningin van Argentinië was, dan was het wel onze koningin Máxima. Helaas ben ik die dan weer nog nooit tegengekomen in een hotel.
