‘Hoeveel lichter zou het moederschap voelen als we elkaar af en toe kleine reddingsboeien toewerpen?’
doorKarin Swerink
doorKarin Swerink
We doen er allemaal stoer over. Laat andere moeders maar praten, wij trekken ons er niks van aan. Maar eerlijk is eerlijk, er bestaat geen strengere club dan de moedermaffia. Het venijnige: die club vergadert helemaal niet ergens in een donker achterafstraatje, maar zit gewoon in ons eigen hoofd. ’s Morgens vroeg, als je je kinderen met een half besmeerde boterham en scheef gestrikte veters naar school stuurt, hoor je haar al fluisteren: dit had je beter kunnen doen. En als je geluk hebt, krijg je ook ’s middags op het schoolplein, in de WhatsAppgroep of via Instagram gratis feedback. Want hoe kan het dat die ándere moeder er altijd zo ontspannen uitziet, terwijl jij weer met klotsende oksels de dag probeert door te komen? De harde waarheid: de moedermaffia, dat ben je zelf. Je legt jezelf dagelijks langs een meetlat die niemand haalt. Hoe vaak denk je niet: ik doe niet genoeg, ik ben niet geduldig genoeg, mijn kinderen verdienen een betere moeder. En met dezelfde vaart rolt daar een oordeel over een ander achteraan. Ik betrapte mezelf ooit op een lelijke gedachte over een collega-moeder die haar kind chips liet trakteren, terwijl ik zelf op mijn zoons verjaardag met een schaal kant-en-klare soesjes het klaslokaal binnenliep. Het gaat vanzelf, alsof we zijn geprogrammeerd om onszelf voortdurend met die ander te vergelijken.
Uit onderzoek van LINDA. in samenwerking met het tv-programma Hart van Nederland blijkt dat maar liefst bijna 7 op de 10 moeders zich weleens onzeker voelen over hun manier van opvoeden (tegenover bijna 6 op de 10 vaders). De komst van sociale media heeft daar waarschijnlijk van alles mee te maken. Dagelijks vullen immers duizenden bekende en onbekende moeders onze feed met perfect gestylede lunchboxen, gelakte nagels en een gezin dat altijd lachend aan tafel zit. Elk plaatje wordt een onuitgesproken norm. En dat terwijl je diep vanbinnen weet dat er net buiten het kader ook gewoon driftbuien, opgezwollen wasmanden en kots op de achterbank bestaan.
Misschien wordt het tijd om de maffia te ontbinden. Om onszelf en elkaar wat meer mildheid te gunnen. Niemand doet het perfect. We improviseren allemaal – met te weinig slaap, te veel schuldgevoel en agenda’s die uitpuilen. De ene dag kook je quinoa, de andere dag gooi je er friet in: niks aan de hand.
En misschien kunnen we elkaar wat meer hélpen in plaats van beoordelen. Niet met opgetrokken wenkbrauwen bekijken hoe die ene moeder wéér gehaast het schoolplein op komt rennen, maar vragen of het misschien scheelt als jij haar zoon op dinsdag eens meeneemt naar huis. Hoeveel lichter zou het moederschap voelen als we elkaar vaker dit soort kleine reddingsboeien toewerpen? En tegen onszelf zouden zeggen: het hoeft niet beter, het is genoeg.
Mijn kinderen weten inmiddels dat de pizzabezorger hun favoriete gerecht beter kent dan ik – en daar is nog nooit iemand slechter van geworden.•