Laten we maar meteen alles op tafel gooien: ik zit er niet op m’n best bij. Ik heb een beetje een zwaar weekend gehad. Nou ja, ik heb eigenlijk een heel licht en zwierig weekend gehad.
De kinderen waren een paar dagen bij opa en oma (hosanna). We gingen eindelijk weer eens samen met vrienden op stap (hoezee). Het was leuk. Het werd laat. Maar daarom heb ik het nu een beetje zwaar.
Een kater, een dip, de man met de hamer: noem het hoe je wil. Feit is dat ik al drie avonden om tien uur naar bed gegaan ben om de gemiste slaap van een doorgetrokken zaterdagavond in te halen en ik me nog steeds voel alsof ik net de club uitgerold kom. Een kater van een week: een van de twijfelachtige cadeaus van het ouder worden, moet je maar denken.
Een ander twijfelachtig cadeau waar ik het toch eens met jullie over wil hebben, is de schaamte die ik tegenwoordig voel in de dagen die volgen op een bescheiden uitbarsting van losbandigheid. Ik weet niet zeker of ik dit vroeger ook al zo sterk had of dat het met de jaren erger is geworden, maar zodra ik weer eens een zeldzame keer de remmen los heb gegooid, ben ik daarna dagen bezig om het gevoel dat ik Iets Heel Erg Verkeerds heb gedaan van me af te zuchten.
En laten we wel wezen: zo bont maken we het niet meer. Het komt misschien een paar keer per jaar voor dat we echt aan de zwier gaan. De kinderen zijn dan altijd vrolijk en vertrouwd onder de pannen bij mensen waar ze graag vertoeven. Ik doe vrijwel nooit meer iets dat het roddelen waard is. En toch, en toch. Zodra het feestgedruis is verstomd en het geluid van de beats is weggestorven, bekruipt me altijd het gevoel dat de dag des oordeels voor mij is aangebroken.
Met gekromde schouders en een schichtige blik loop ik als een soort voortvluchtige crimineel door het huis, in de stellige overtuiging dat iemand mij elk moment kan komen halen om mij naar de schandpaal te slepen, alwaar ik mij voor de wandaad van het ‘uit de band springen’ zal moeten verantwoorden.
Nu heb ik altijd al een groot talent voor schaamte gehad, maar ik vermoed dat het sinds ik kinderen heb gekregen toch een stuk erger is geworden. Alsof de rust, reinheid en regelmaat die mijn leven tegenwoordig dicteert in te schril contrast staat met de morsige losbandigheid van een avondje door het licht gaan. Alsof de identiteit die ik heb aangenomen sinds ik als een verantwoordelijke volwassene iedere ochtend vroom in pannen havermout sta te roeren, niet matcht met de identiteit van de onbezonnen feestganger die ik ooit was.
Maar vooral: alsof het feit dat ik nu Een Moeder ben, betekent dat ik ben toegetreden tot een andere orde van mensen. Een orde van mensen voor wie andere (heiligere) wetten gelden, die langs andere (heiligere) meetlatten worden gelegd. Voor wie de toorn van de ‘slechte moeder!’-roepende meute nooit ver weg is.
Toen ik een keer opgemaakt werd voor een foto, kwam het gesprek op moederschap. De visagiste vertelde me dat ze zelf nog geen kinderen had, maar dat ze vrouwen kende die nadat ze moeder waren geworden nog steeds naar festivals en feesten gingen. In haar stem klonk ongeloof door. Zij vond dat echt niet normaal. En ook een beetje triest eigenlijk. Als je een kind thuis hebt, een beetje gaan staan raven, dat is toch geen gezicht? De styliste viel haar bij. Als je moeder was, moest je toch ook gewoon accepteren dat je leven veranderde? Dat je niet meer alles kon doen wat je daarvoor deed?
Ik weet nog dat ik wijselijk zweeg (ze moesten m’n haar nog doen), maar dat ik me afvroeg of dit soort gesprekken ook over vaders werden gevoerd. Of mannen die vader werden ook geacht werden om van de weeromstuit in een soort monnik te veranderen of dat deze eer exclusief voor moeders werd gereserveerd. De mannen in mijn omgeving lijken in elk geval verbluffend goed in het kateren zonder dread. Waar mijn vriendinnen de post-uitgaans-schaamte zonder uitzondering herkennen, antwoorden de mannen aan wie ik het vraag stuk voor stuk met een oprecht verbaasd ‘nee, hoezo?!?’
Ofwel ze voelen het niet. Ofwel ze bluffen het weg. In beide gevallen ben ik zeer onder de indruk en zou ik graag eens bij ze in de leer gaan. Misschien een keer als ik weer onder de dekens vandaan gekropen ben.
Het beste van LINDA. direct in je mail? Meld je aan voor onze nieuwsbrief.
