Eva* (32) is na jaren samenwonen weer vrijgezel, en dat bevalt prima. Op het daten na. In sprookjes gelovende mannen die nog thuis wonen, geen gehoor meer na ‘de leukste date ooit’ of bindingsangst (bij beide partijen): het is gewoon ruk.
Toch blijft ze het proberen, want iedereen wil af en toe wat gefriemel aan het lichaam. Deze keer: de rebound.
Ik was 19 toen ik hem leerde kennen op een feestje van vrienden. We hebben gezoend, maar daar bleef het bij. Voor mij althans. Hij stuurde me berichtjes, of belde me uit het niks om te vragen hoe het met me ging. Het was duidelijk dat hij achter mij aan zat, maar ik had daar geen interesse in.
Ook toen hij een vriendin kreeg, bleef hij mij appen. Vaak uit het niks, of nadat we elkaar tegen waren gekomen in de stad. Ook ’s nachts berichtte hij mij. Of ik in de stad was, toevallig?
Het appen was sporadisch, maar wel volhardend. Toen ik – bijna tien jaar later – weer een berichtje kreeg, dacht ik: misschien moet ik hem toch maar een kans geven. Het was gewoon een aardige vent, en hij leek me écht leuk te vinden. Bovendien vertelde hij – ook niet geheel onbelangrijk – dat zijn relatie inmiddels gestrand was.

We besloten samen een drankje te doen, maar omdat we midden in de coronaperiode zaten, hadden we niet veel opties. Het werd bij mij thuis, en de sfeer was meteen goed. We hadden dan ook jarenlange gespreksstof. En ja, hij bleef die nacht ook slapen.
Maar een onenightstand, daar zaten we beide niet op te wachten. Vanaf de eerste date was het namelijk meteen dik ‘aan’. We zagen elkaar zo’n drie à vier keer per week, en gingen er – voor zover het mocht – regelmatig op uit.
We hadden het zo leuk samen dat we het er – na vier maanden – over hadden om elkaars ouders te leren kennen. Dit is het, dacht ik bij mezelf. Het moest zo zijn. Alles ging zo vanzelf, er was geen drama, en al onze vrienden waren op de hoogte van onze ‘relatie’.
Wel praatte hij best vaak – en negatief – over zijn ex. Oké, het was net uit. Maar ik vond het wel een red flag dat hij daar nog zo mee scheen te zitten. Ik heb dan ook meerdere keren gevraagd of dit – wat er tussen ons opbloeide – geen rebound was. Hij verzekerde mij ervan dat dit niet het geval was. Hij was namelijk al heel lang verliefd op me, en was blij dat ik het nu ook eindelijk een kans wilde geven.
Little did I know.
Die bewuste avond was er geen vuiltje aan de lucht. We hadden een leuke date gepland, en daarna bleef hij slapen. Maar tijdens de seks kreeg hij ‘m niet omhoog. Het lukte gewoon niet, wat we ook deden. Voorzichtig vroeg ik hem of hij dit weleens eerder had gehad. Op dat moment blokkeerde hij, pakte zijn spullen en zei: ‘Ik blijf vannacht niet slapen’.
Ik zei nog dat ik het toch niet zo bedoeld had, en vroeg hem waarom hij zo reageerde. Maar hij was meteen vertrokken. Op mijn berichtjes reageerde hij heel kort. Ik hoefde me geen zorgen te maken: hij wilde gewoon thuis slapen.

Vier dagen later wilde hij nog steeds niet over het voorval praten, en zijn toon via de app bleef kortaf. Er was iets aan de hand, en ik wilde weten wat. Deze keer nam hij zijn telefoon wél op. Hij zei dat hij er toch nog niet klaar voor was, voor een relatie. Verbluft hing ik op. We zouden elkaars ouders ontmoeten, en nu werd ik compleet geghost?
Op dat moment dacht ik dat hij al een langere tijd op zoek was naar iets om onze relatie te stoppen, en mijn opmerking gaf hem daar de perfecte gelegenheid voor. Maar recentelijk ben ik erachter gekomen dat zijn ex hem terugwilde, en zij alweer samen waren toen ik nog met hem aan het daten was.
Hoe ik dit weet? Ik kwam hem recentelijk tegen in de stad. De relatie met zijn ex was opnieuw gestrand. Hij biechtte alles op, en vroeg daarna of ik misschien zijn nieuwe huis wilde komen bekijken.
Hij was weer single, en ik mocht van hem weer op het toneel verschijnen. Ik heb hem dan ook meteen laten weten dat ik iemand anders heb ontmoet. Daarna heeft hij mij uiteraard nooit meer bericht.
Oftewel: ik was wél de rebound.
*Eva’s naam is gefingeerd. Haar echte naam is bekend bij de redactie. Dit artikel verscheen eerder bij LINDA.
