Omdat ik geen vrienden heb die een boot hebben, want zorg dat je altijd vrienden hebt met een boot, kocht ik zelf een aantal jaren geleden een bootje. Dat klinkt nou heel erg pocherig.
Want het komt neer op een drijvend stuk polyester zonder ijskast: het blijft een beetje kamperen.
Naast dat het een enorme kostenpost is, blijkt het vooral een bron van eindeloze vrijheid en tomeloze ‘genietings’. Behalve dat je wel een strikt selectiebeleid moet voeren betreffende de meevarende matrozen. Soms wil het nog wel eens voorkomen dat er verstekelingen aan boord komen, die daar eigenlijk niet bedacht waren.
In dit specifieke geval maakte ik een tochtje, samen met mijn lief en vier vrienden. Met zes man sterk gleden we langzaam door het Noord-Hollandse landschap. Er was muziek, een zak paprikachips en een fles koude rosé. Tot zover geen vuiltje aan de lucht. Behalve dat we, toen het eenmaal tijd was voor een glaasje druivennat, er achter kwamen dat er geen kurkentrekker aanwezig was.
Geen enkel probleem volgens matroos nummer 3. Op ongeveer tien minuten varen woonde zijn ex-vriendin, die ons absoluut uit de brand zou willen helpen. Het was links, rechts, rechtdoor en weer links.
Ik ken haar, vanuit de tijd dat zij nog geliefden waren, maar had haar sinds de niet geheel vlekkeloze break-up (lees: ruzie en openlijk geschreeuw) zo’n anderhalf jaar geleden nooit meer gezien. Dat maakte ook niks uit, als ze maar een opener zou hebben.
Toen we de gracht invoeren waaraan ze woont, zagen we haar al klaar staan op de kade. Vanuit een rieten schoudertas stak van alles: een badhanddoek, een krant en een stokbrood???! Het ging duidelijk niet alleen om het gereedschap voor de wijnfles.
Bij het aanmeren stapte ze goedgeluimd aan boord en zei: “Noooooou, wat leuk dit!” Ze ging zitten, gaf haar ex-matroos een ongemakkelijk lange zoen op de mond, en haalde naast de kurkentrekker nog een halve picknick uit haar tas. Er was tapenade van olijven, aioli en Iberico-ham. Ook had ze een fles gekoelde cava bij zich en een tube zonnebrandcreme. We wisten nog niet dat we dat laatste misten, maar feitelijk was het broodnodig.
Er werden tientallen blikken gewisseld, want dit was niet de bedoeling. Maar al snel werd duidelijk dat niemand het over zijn hart kon verkrijgen om te zeggen dat ze absoluut niet uitgenodigd was om mee te varen. Zo kwam het dat we op een sloepje zaten met een groep vrienden en één ex van één van hen die niemand sinds achttien maanden geleden nog had gezien.
Nou zou het voor het verhaal heel mooi zijn om te zeggen dat de liefde tussen hen hierna weer oplaaide en ze inmiddels weer lang en gelukkig aan het leven zijn, maar helaas bleek het leven wederom geen sprookje. Na een minuut of twintig werd het haar ook wel duidelijk en vroeg ze aan de groep: “Jullie wilden mij helemaal niet mee hebben of wel?”
De pijnlijke stilte die viel, maakte voor iedereen alles duidelijk. Bij de eerst mogelijke steiger stapte ze gedesillusioneerd af. Gelukkig was de fles al open.
