Groot deel overlijdt na proeven

Dat meldt het AD vandaag op basis van nieuwe cijfers van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). De dierproeven worden ook dodelijker; in 2017 overleefde de helft van de proefhonden de experimenten niet, net als één op de drie katten. Een jaar eerder was dat nog 41 procent van de honden en nog geen 12 procent van de katten.

Doorgaan is ‘onaanvaardbaar’

Het kabinet pleit al lange tijd voor minder dierproeven, maar volledig stoppen met experimenteren op dieren is nu nog geen optie, liet verantwoordelijk minister Carola Schouten eerder weten. Tweede Kamerlid Frank Wassenberg van de Partij voor de Dieren noemt dat ‘onaanvaardbaar’. Volgens hem leiden de meeste dierproeven niet tot betere medicijnen. ‘De oplossing is niet: méér dierproeven, maar betere onderzoeksmethoden, zoals het combineren van weefselkweek met computertechnieken en 3D-printing’, zegt hij.

Lees ook
Toename aantal dierproeven met apen in Nederland

Minister belooft vaart te maken

Minister Schouten heeft zojuist gereageerd op het rapport van de NVWA. Volgens haar wordt in Nederland “transparant, zorgvuldig en gedegen” beoordeeld of een dierproef echt noodzakelijk is. Daarvoor zorgt het geldende vergunningsstelsel dierproeven. Volgens Schouten is de overgang naar meer dierproefvrij onderzoek in Nederland wel gaande. “Nieuwe methoden, zoals met menselijke stamcellen, bieden mogelijkheden die er vroeger niet waren”, meldt ze de Kamer in een brief. Ze belooft daarnaast een “versnelling” van het programma.

Dierproeven zijn volgens voorstanders nodig om de kwaliteit en veiligheid van medicijnen, stoffen en voeding te testen. Vind jij dat er alsnog een verbod op moet komen?

— LINDA. (@LINDAnieuws) April 10, 2019