Een vrouw die in 1992 is geadopteerd uit Sri Lanka, is in het gelijk gesteld in de zaak die ze tegen de Nederlandse staat heeft aangespannen. Delani Butink kon door misstanden niet achterhalen wie haar biologische ouders waren.
De staat en een bemiddelingsorganisatie hadden deze problemen moeten voorkomen, bepaalde het gerechtshof in Den Haag dinsdag.
Butink was naar de rechtbank gestapt, maar die wees de klacht in 2020 wegens verjaring af. De vrouw ging in hoger beroep en kreeg daarin gelijk. Volgens het hof is verjaring onaanvaardbaar. Het hof bepaalt dat Butink een schadevergoeding moet krijgen, maar moet de hoogte nog vaststellen.
Butink werd in 1992 door Nederlandse ouders geadopteerd. Ze is al jaren op zoek naar haar biologische ouders en in 2015 ging ze terug naar haar geboorteland. Daar kwam ze erachter dat haar adoptiepapieren waren vervalst en dat de bemiddelingsorganisatie Stichting Kind en Toekomst hiervan wist. Hierdoor kon zij haar biologische ouders niet opsporen. Ze zegt dat ze onzeker is over haar afkomst en over de omstandigheden waaronder haar ouders haar hebben afgestaan.
Defence for Children: plan interlandelijke adoptie teleurstellend
