Maar liefst zestien procent van de kinderen met autisme tussen de zes en achttien jaar gaat niet naar school – met potentieel grote negatieve gevolgen voor de kinderen en hun families.
Dat blijkt uit een enquête onder de ruim 15.000 leden van de Nederlandse Vereniging voor Autisme (NVA).
Meer dan de helft van de ’thuiszitters’, zoals de NVA ze noemt, gaat langer dan een jaar niet naar school. Dat heeft ‘desastreuze gevolgen voor hun toekomst’, aldus de organisatie. Voor 51 procent van hen wordt momenteel ook niet gezocht naar een geschikte plek om wel onderwijs te volgen.
Zo’n geschikte plek vinden is dan ook niet makkelijk, blijkt uit de enquête. Ouders noemen een ongeschikte schoolomgeving, een te intensief schoolprogramma en gebrek aan ondersteuning de belangrijkste oorzaken van dat hun kind niet naar school gaat. In ruim zestig procent van de gezinnen is in elk geval één ouder minder gaan werken of zelfs gestopt om bij hun kind te kunnen zijn.
Sannes broer Paul (32) vond geen werk door autisme: 'Ik ga hem nu inwerken'
De NVA vroeg ouders ook om hun ervaringen te delen. ‘Mijn zoon viel regelmatig huilend in slaap omdat hij het gevoel had dat hij een mislukt kind was’, aldus een ouder in de enquête. En een ander schrijft: ‘Er is veel spanning in het gezin. Iedereen loopt op z’n tenen en is moe.’
NVA-directeur Caroline Verkerk vindt het grote aantal kinderen met autisme dat niet naar school gaat “zorgelijk”. “Ondanks hun talenten worstelen leerlingen met autisme vaak op school. Het is belangrijk dat zij passende ondersteuning krijgen. Problemen die kinderen met autisme ervaren moeten serieus genomen worden en niet, zoals we van ouders vaak horen, door school worden weggezet als ‘probleemgedrag’.” De NVA raadt aan om scholen toegankelijk te maken voor leerlingen met autisme, bijvoorbeeld door het creëren van voldoende stilteruimtes.
Op 29 mei debatteert de Tweede Kamer over passend onderwijs.
Sharons zoon heeft Autisme Spectrum Stoornis: ‘De wereld is een uitdaging voor mensen die anders zijn’
