Elvis Presley moest in de jaren zeventig John Lennon in de gaten te houden in opdracht van president Richard Nixon. Het was de bedoeling dat Elvis rapporteerde wat de Beatle allemaal deed en waar hij naartoe ging.
Dat beweert dj Bob Harris in de podcast Rockonteurs.
Volgens dj Harris kon President Nixon (die van 1969 tot 1974 in functie was) Lennon niet uitstaan. Dat kwam voornamelijk doordat de Britse muzikant openlijk kritiek uitte op de Vietnam-oorlog. Presley was daarentegen een goede vriend van de president. Eén van de redenen waarom hij werd gevraagd om Lennon te bespioneren..
“Het leek alsof Lennon ze destijds zag vliegen, toen hij zei dat zijn telefoon werd afgeluisterd en hij het gevoel had dat hij overal werd gevolgd. Maar dat was ook zo, hij werd echt gevolgd”, zegt Harris. “Nixon had het op hem gemunt en daarom zat Lennon vast in de VS. Hij wist dat hij Amerika nooit meer binnen zou komen als hij terug naar het Verenigd Koninkrijk zou gaan. Niet zolang Nixon in het Witte Huis zat.”
Daarbij klikte het tussen Lennon en Presley ook al niet, volgens Harris. “Het was haat op het eerste gezicht”, toen zij elkaar halverwege de jaren zestig ontmoetten.
“Het was voor John een grote desillusie, want hij vond de muziek van Elvis geweldig. Het was dan ook een grote schok toen hij erachter kwam dat Elvis een rechtse, zuidelijke fanaat was. Elvis zag John tegelijkertijd als een betweter uit Liverpool die hem van de troon had gestoten.” Lennon was Presley volgens Harris voorbijgestreefd en ‘The King’ was daar klaarblijkelijk “ontzettend verbitterd” over.
Moeder deelt plan om pubers te bespioneren op examenreis en Twitteraars gaan stuk
