Het wordt snikheet de komende tijd. Hoog tijd dus om neer te ploffen bij het zwembad. Een flinke klets zonnebrand mag dan natuurlijk niet ontbreken, maar welke factor smeer je op je lijf?
Qua factor denk je waarschijnlijk: hoe hoger, hoe beter. Maar verrassend genoeg verkiezen dermatologen factor 30 boven 50.
De hoogte van de SPF (Sun Protection Factor) bepaalt hoe lang je beschermd bent tegen uv-B-straling. Dat is de straling waar je huid rood van wordt. De SPF geeft dus aan hoe lang je in de zon kan zitten, voordat je verbrandt. Met factor 30 ben je voor 97 procent beschermd tegen de straling, tegenover 98 procent bij factor 50. Dat verschil is dus heel klein.
Bij het gebruik van factor 50 ontstaat volgens dermatoloog Marlies Wakkee een illusie van veiligheid. “Omdat je je extra beschermd voelt, kan het zijn dat je je eenmalig insmeert met zonnebrand of de schaduw niet meer opzoekt,” zegt ze tegen Radar. Daarom raadt Wakkee aan om met factor 30 te smeren.
De crème van zonnebrand factor 50 is ook een dikkere substantie. Je poriën kunnen daardoor sneller verstopt raken en zo kun je sneller last krijgen van huidirritaties, pukkeltjes of oneffenheden. Dan blijven we liever smeren met factor 30 toch?
Factor 30 geniet dus de voorkeur. Maar welke zonnebrand je ook gebruikt, je moet blijven smeren. Altijd na het zwemmen, maar ook in de schaduw. Daarnaast is het verstandig om tussen 12.00 en 15.00 uur de zon te vermijden. Hoe vaak je dan moet insmeren? Wakkee verklapt een handig trucje aan Radar: “Die tube moet binnen een paar dagen op zijn.”
Na het smeren ben je nog niet helemaal klaar voor de zon. Pak er ook nog een zonnebril bij. Lees hier waarom.
Van toet tot teen: dit is de grote LINDA.nl zonnebrandbijbel
