“Gaat het wel met je?” Amber ziet er vermoeid uit. Meestal heeft ze gezonde blosjes maar nu is ze lijkbleek. Ze ziet me in de stad lopen en stapt even van de fiets. “Nou, Rens is een week weg voor werk. Dat is voor het eerst sinds we Gijs en Isa hebben.
Ik slaap gewoon slecht. Die kleintjes houden je sowieso wakker. Maar als hij naast me ligt heb ik een veilig gevoel, of zo. Nu slaap je toch anders. Ik hoor alles.” Ik knik en snap het helemaal. “Het was een pittige week. Kinderen ophalen, werken, koken en ze naar bed brengen. Knap hoor dat je dat kunt en allemaal volhoudt, opvoeden in je eentje.”
“Dank”, zeg ik. Ik wil van alles zeggen maar daar heb ik nu geen zin in. “Ben je eigenlijk wel eens een weekend zonder de meiden, Maaike?” “Nee, nauwelijks.” Die paar dagen dat ze bij hun vader zijn, ben ik vooral aan het werk. “Maar ze zijn inmiddels oud genoeg om een avond zonder mijn gezelschap te kunnen.”
“Petje af”, zegt Amber nogmaals. “Het is niet een kwestie van kunnen”, zeg ik. “Ik moet wel” en ik geef haar een knipoog, om de conversatie wat lichter te maken. Tevergeefs.
“Ik bedoel vooral, dat ik nu dus precies weet hoe het voor jou is Maaike.”
Gelukkig belt Puck op dat moment. Ik neem meteen op en zwaai naar Amber die op de fiets springt. Meid, je hebt géén idee, denk ik als ik haar nakijk. Het is dat we kennissen en geen vrienden zijn. Anders had ik de tijd genomen om uit te leggen dat je partner een korte tijd moeten missen, niet identiek is aan een kind alleen opvoeden.
Opvoeden in je eentje behelst meer dan koken, licht slapen en schoolzaken regelen. Het is op vakantie gaan en aan documenten, kleding en paspoort denken, maar ook de reisverzekering en de bandenspanning van de auto checken. Zorgen dat alle opladers meegaan en je op tijd incheckt. Het is niet alleen verzinnen wat je wil eten, ook boodschappen doen, koken en het liefst gezond en verantwoorde voeding voorschotelen.
Het is Teddie uitlaten en ruzies sussen over met wie de hond vandaag het langste rondje laat lopen. Het is de bak aan straat zetten, de belastingaangifte regelen, tieners troosten en de financiële balans opmaken. Overleggen over het keuzeprofiel van de een en de ander bij z’n huiswerk begeleiden. Zorgen dat er maandverband én chocolade in huis is. Kleding naar de kringloop brengen en oude meuk bij de stort dumpen.
Alleen opvoeden is altijd rijden als je met de auto gaat. Verzinnen wat je wilt koken, hoeveel er deze maand over is om buiten de deur te eten, wie er voor de huisdieren en het huis zorgt als de vakantie (door mij) geboekt en betaald is. Het is met weemoed denken aan vroeger, toen de meisjes nog aan je been hingen en bij je in bed kropen voor een knuffel. En dat gemis met niemand kunnen delen.
Huilen van trots bij de schoolmusical, zonder een volwassen arm om je heen. Het is niet boos zijn op naasten die zelf een gezin hebben en je nooit (kunnen) helpen (it takes a village to raise a child, my ass). Het is elke avond denken: nu ga ik beter voor mezelf zorgen en dan de volgende ochtend toch eerst eitjes voor de meiden koken vóórdat ik douche en mijn ontbijt regel.
Verwachten dat je een avond rust hebt omdat er ergens een tienerfeestje is, maar je om 1 uur ‘s nachts in je pyjama en Uggs toch je kind ophaalt, want: fiets kapot. Alleen opvoeden is nooit iemand hebben die zegt: blijf jij maar zitten (of liggen), ík doe het vanavond wel. Het is elke dag een beetje loslaten terwijl jij de enige volwassene bent op wie ze blijven leunen. Dus meid, je hebt echt geen idee.
