Toen ik een klein jaar geleden deze column begon, besloot ik dat ik nog tot mijn 50e verjaardag had om volwassen en georganiseerd te worden – dat leek me een geschikt moment. Inmiddels ben ik vijftig, tijd om de balans op te maken. De conclusie: het is niet helemaal gelukt.
De Monchichi in mijn Bol-winkelmandje (gewoon voor mezelf, niet voor een verjarende kleuter) is stille getuige van het feit dat ik volwassen worden bij nader inzien toch iets minder ambieerde dan ik dacht, dus dat heb ik sowieso maar opgegeven.
Dat georganiseerde zit denk ik gewoon niet in me. Misschien is het heel volwassen om me daarbij neer te leggen. De zomervakantietijd is voor mij de minst georganiseerde periode van het jaar. Ik ben ondanks mijn gevorderde leeftijd namelijk ook nog steeds de allerslechtste en meest onrealistische planner op de planeet, dus ik zeg ja op vrijwel al het werk dat me wordt aangeboden. Om vervolgens weekenden en avonden door te beulen en noodgedwongen de helft van al mijn klussen over mijn vakantie heen te tillen.
Dat had ik ook nu weer gedaan. De laatste interview-afspraken plande ik de dag voor mijn vertrek vanuit de stoel van de pedicure; dan kon ik meteen weer door bikkelen als ik terugkwam. Na mijn telefoontjes wilde ik met gezwinde spoed terugkeren naar het gesprek met de nageldames – ik had al twee dikke roddels gemist – dus die interviews, alle in opdracht van belangrijke zakelijke klanten, zou ik thuis wel in mijn agenda zetten.
De dag nadat ik terug was van vakantie kreeg ik iets voor 10 uur ’s ochtends een berichtje met de vraag of ik de Teams-invite voor het interview nog even kon sturen. Tuurlijk. Maar wat stom, ik had onze afspraak niet in mijn agenda gezet, appte ik de man die ik ergens die week moest interviewen terug. Wanneer was die ook alweer?
Nu, antwoordde hij. Uitstellen was geen optie – ik had het immers al over de vakantie heen getild – dus zat ik even later zonder make-up, onvoorbereid en in een Bugs Bunny T-shirt (met de tekst ‘Of course this means war’ erop) te interviewen.
Exact 23 uur en 45 minuten later liep ik op de hei, voor de gelegenheid gehuld in een Forrest Gump T-shirt met de opdruk: ‘Stupid is as stupid does’. Ik had niet in mijn agenda gekeken voordat ik van huis ging, want 100 procent zeker dat er die dag niks stond aan afspraken. ‘Tijdgevoelig!’, meldde mijn agenda via m’n Apple Watch ineens dwingend. ‘Teams vergadering met [insert namen van meerdere zeer gewichtige zakelijke contacten]’
Ik was toen al 15 minuten aan het lopen (nadat ik zo’n 7 minuten had gereden en geparkeerd) en had precies 15 minuten om terug te zijn en achter mijn computer te zitten. Ik sprintte de afgelegde kilometer terug naar mijn auto, hield af en toe heel kort noodgedwongen in om mijn bewustzijn niet te verliezen en las reuze efficiënt in die seconden de briefing, zodat ik globaal een idee kreeg waar mijn interview over zou moeten gaan.
‘Ik hoop niet dat deze mensen bij mijn opdrachtgever gaan klagen dat ik er uitzag als een clochard’, appte ik na afloop vriendin F., die allang niet meer verbaasd is over dit soort dingen. ‘Ze keken nogal afkeurend naar mijn zweetsnor en tomatenhoofd.’
Mijn vette haar, blotebillengezicht en Bubba Gump T-shirt had ze er waarschijnlijk zelf ook al bij bedacht. ‘Joh, dan zeg je gewoon dat je een opvlieger had, dan durft niemand meer iets te zeggen.’
Ik ging later die dag met een andere vriendin naar de sauna en hield die smoes in gedachten als excuus voor als het me daar wéér zou gebeuren; dat zou meteen mijn blootheid verklaren.
Het bleef stil. Maar misschien moet ik er voor de zekerheid toch een papieren agenda bij kopen. Qua timing zit ik daarvoor helemaal goed – want ik kan instromen in de schoolagenda’s. En ik kan zeker niet beloven dat ik niet de allerkinderachtigste uitkies.
