Al mijn hele leven ben ik een matige slaper, getuige ook de paarse kringen onder mijn ogen. Zowel het inslapen als doorslapen gaat moeizaam, om over uitslapen nog maar te zwijgen.
Waar ik dan wel heel goed in ben geworden is geruisloos als een inbreker de slaapkamer verlaten, opdat mijn lief niet wakker wordt.
Meestal verplicht ik mezelf tot zes uur te blijven liggen, tevergeefs hopend dat ik nog even zal dommelen. Maar daarna is duidelijk dat het niet meer gaat gebeuren en begin ik mijn dag. Echter, ik ben niet de enige in Huize Versteegh die van elk mogelijk geluidje wakker kan worden. Ook mijn oudste dochter heeft er een handje van.
Zo komt het dat ik de ochtend vaak start in de badkamer. Het openen van het traphek maakt namelijk precies voldoende lawaai om haar te doen ontwaken. Toch ontkom ik niet altijd aan het behouden van de stilte. Als ik tussen zes en zeven de wc doortrek, kun je er de klok op gelijk zetten dat de kleine blonde vrolijkheid binnen een seconde of dertig daarna de trap af komt rennen.
Regelmatig zitten we zo even te kletsen op de badkamervloer, zij op mijn schoot. Over hoe haar nacht was, waar ze over heeft gedroomd en wat ze vandaag voor kleren gaat aantrekken. Iets wat de avond van tevoren met grote precisie uitgezocht en klaargelegd wordt. Een werkelijk zalig begin van de dag, waarin de tijd even stil lijkt te staan en we in alle rust ontwaken.
Ze heeft een schaap op haar kamer staan dat om zeven uur oranje kleurt, ten teken dat ze wakker mag zijn, en groen kleurt als het tijd is om op te staan. Ze blijft altijd keurig liggen, maar ik weet dat het oranje vaak te laat komt voor de lengte van haar slaap.
Soms hoor ik haar hardop lezen, haar grootste passie sinds ze het onder de knie heeft, en sluip ik de trap op. Dan kruip ik onder de deken en tegen haar aan terwijl ze me zachtjes voorleest. Ik lees haar voor alvorens ze gaat slapen, zij leest mij voor bij het ochtendgloren. Het is een zo mogelijk nog mooier begin van de dag.
Vanochtend kreeg ik in het half uurtje tussen oranje en groen het boek Held op sokken voorgedragen. Het gaat over de enige ridder zonder baard, en schoenen, die er niet bijhoort omdat zijn collega’s allemaal wel gezichtsbeharing hebben. Zij vangen draken, vechten tegen vijandige ridders en redden legio prinsessen uit minstens zoveel torens.
De moraal van het verhaal is dat de prinses die alle ridders het liefste willen trouwen, uiteindelijk kiest voor de ridder zonder baard, omdat híj́ degene is die van het drakenvlees de meest zalige gehaktballetjes draait en klaarmaakt. Ze trouwen, de baarden raakten uit de mode en ze leefden lang en gelukkig.
Wanneer ik weer eens twijfel of ik als vader wel geduldig, grappig en goed genoeg ben en me een nutteloze ridder voel, dan is een boekje van de blonde voorleesprinses alles wat ik nodig heb. De rest van de dag kan dan niet meer stuk.
